Hom of kuit
Ze hoeft in schrijftaal geen zij te worden
Frank Jansen
Er zijn taalkwesties waarover heel verschillend kan worden gedacht. Taalkundige Frank Jansen behandelt maandelijks zo'n kwestie. Hij steekt daarbij zijn eigen mening niet onder stoelen of banken, en eindigt telkens met een stelling, waarop u kunt reageren.
Dominee Nico ter Linden heeft niet zo veel op met de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV), zoals hij uiteenzet in het vorige nummer van Onze Taal. Een van zijn bezwaren keert telkens terug: ten onrechte wordt het persoonlijk voornaamwoord ze voor zij gebruikt. Hij schrijft: ‘Ik leg op deze slak zout omdat de NBV voortdurend voor het platte ze kiest, in plaats van dat ze en zij subtiel worden afgewisseld, afhankelijk van spreek- of schrijftaal en de melodie van de zin.’
Ter Linden maakt graag een weloverwogen keuze tussen volle vormen (zij, wij, jij) en gereduceerde vormen (ze, we, je) van het persoonlijk voornaamwoord. Maar dat is alleen zinvol als zijn lezers en luisteraars die keuze als betekenisvol ervaren. Voor dat laatste is het nodig dat de volle en de gereduceerde vormen een aparte gebruikswaarde hebben. Ter Linden geeft hierboven indirect twee gebruiksregels. De eerste is algemeen: in schrijftaal hoort de volle vorm, in spreektaal de gereduceerde. De tweede is afhankelijk van de situatie: de melodie van de zin kan soms de volle, en soms de gereduceerde vorm eisen. Daarvoor moet je luisteren naar hoe je de zin uitspreekt. Bij een (licht) beklemtoonde vorm hoort zij en anders is het ze.
Heeft Ter Linden gelijk? Naar mijn mening voor de helft. Zijn tweede gebruiksregel verdient zeker navolging: als je een zin uitspreekt en je hoort de volle vorm, schrijf die dan ook.
Maar zijn eerste regel (kortweg: schrijf ‘zij’, ook als je ‘ze’ zegt) verdient beslist geen navolging. Het is een oude schrijftaalregel uit de negentiende eeuw, die onder meer tot gevolg had dat tweedetaalleerders altijd de volle vormen gebruikten, wat erg gekunsteld klinkt. Er is voorzover ik weet ook geen empirisch bewijsmateriaal voor de stelling dat de gereduceerde vormen nu plat overkomen. Zo langzamerhand is de regel in onbruik geraakt, waardoor de schrijftaal naar de spreektaal is toegegroeid, iets wat de bruikbaarheid van de schrijftaal vergroot heeft.
Natuurlijk kunnen we de volle vormen blijven gebruiken als we - in gesproken en geschreven taal - de nadruk op het voornaamwoord willen leggen. Maar dat zijn altijd uitzonderingen, die op Ter Lindens melodische regel terug te voeren zijn. Polemischer geformuleerd: wie de eerste regel serieus neemt, kan de tweede regel nooit goed gebruiken.
Nico ter Linden: ‘wissel ze en zij af, afhankelijk van spreek-of schijftaal en de zinsmelodie’.
Foto: Uitgeverij Balans
Daarom ben ik zelf voor de stelling:
Gebruik in schrijftaal gerust je, we en ze.
Bent u het eens of oneens met deze stelling? Breng voor 22 november uw stem uit op onze website: www.onzetaal.nl/homofkuit. U kunt ook per post reageren; stuur een briefkaart met ‘Je, we en ze mogen in schrijftaal’ of ‘Je, we en ze mogen niet in schrijftaal’ naar de redactie van Onze Taal, Raamweg 1a, 2596 HL Den Haag. In de volgende aflevering de uitslag van de stemming.