Vlaanderen drietalig Nederlands
Ludo Permentier
De officiële taal in Vlaanderen is het Standaardnederlands. Maar dat wil niet zeggen dat iedere Vlaming in alle omstandigheden Standaardnederlands spreekt. Net als in Nederland is het taalgebied verdeeld in dialecten: de Vlaamse dialecten (in de provincies West- en Oost-Vlaanderen), de Brabantse (in Antwerpen en Vlaams-Brabant) en de Limburgse (in Limburg).
Tot ver in de twintigste eeuw spraken de meeste Vlamingen alleen hun dialect. Vanaf de jaren vijftig is in Vlaanderen campagne gevoerd voor de standaardisatie van de taal, een proces dat in Nederland al veel verder gevorderd was. Dat standaardisatieproces is inmiddels ingehaald door de groeiende mobiliteit van de Vlaming in de jaren zeventig. Overal in Vlaanderen werden rond steden en grotere gemeenten nieuwbouwwijken (‘verkavelingen’) aangelegd, waar mensen uit verschillende dialectgebieden elkaars buren werden. Daar ontstond het zogeheten Verkavelingsvlaams, ook ironisch Schoon Vlaams genoemd. Dat is een informele omgangstaal die het midden houdt tussen de (voornamelijk Brabantse) dialecten en de standaardtaal. Ze wordt niet alleen gekenmerkt door een zekere slordigheid in de uitspraak, maar ook door eigen woorden en grammaticale eigenaardigheden.
De meeste taalkundigen, taaladviseurs en taalleerkrachten kijken neer op het Verkavelingsvlaams, dat ze een schraal tussentaaltje noemen. Maar ze kunnen het niet uitroeien. Het groeiende gevoel van eigenwaarde van de Vlaming en de informalisering van de samenleving hebben deze tussentaal populair gemaakt. Het is de omgangstaal van de meeste Vlamingen geworden, die je ook hoe langer hoe meer op het publieke forum hoort, en op radio en tv.
Dat heeft invloed gehad op de positie van het Standaardnederlands in Vlaanderen. De slogan van taaladviseurs dat de norm in het Noorden lag, is niet langer houdbaar, want de gemiddelde Vlaming volgt deze norm niet langer. Onder meer de VRT hanteert nu officieel een Belgische versie van het Nederlands (zie ook het artikel hiervóór: ‘Gaat Vlaanderen een eigen weg?’, van Harry Cohen).
Aan het begin van de eenentwintigste eeuw is Vlaanderen dus drietalig Nederlands. De dialecten bestaan nog, maar verkeren in doodsstrijd en het Standaardnederlands slaagt er maar niet in door te breken - ondanks versoepeling van de norm. Intussen tiert het Verkavelingsvlaams in weligheid.