Categorieën
Bij namen van werelddelen, naties, deelstaten, provincies, eilanden, steden en dorpen is het duidelijk: die worden altijd zonder lidwoord gebruikt, aldus de Algemene Nederlandse Spraakkunst (ANS), uit 1997. Het is dus: Azië, Iran, Vlaanderen, Gelderland, Schiermonnikoog, Brussel en Averbode. Uitzonderingen: meervoudige namen (de Antillen, de Verenigde Staten) en namen waarin de staatsvorm is opgenomen (het Verenigd Koninkrijk).
Wél een lidwoord krijgen namen van bergen (de Mont Blanc), gebergten (de Vogezen), bossen (het Zwarte Woud) en water (de Noordzee, de Maas). Tot zover is er geen probleem. De moeilijkheden ontstaan bij de derde categorie: de streeknamen, of, zoals de ANS ze noemt: ‘namen van natuurlijke streken’, want die komen ‘op niet-systematische wijze met en zonder lidwoord voor’. De ANS illustreert dat gebrek aan systematiek met twee rijtjes: de Veluwe, de Borinage, de Provence, de Sinaï, de Betuwe en de Voerstreek versus Haspengouw, Lapland, Twente, Westerwolde, Umbrië en Andalusië.
Soms verhuist een naam trouwens van de ene categorie naar de andere, en dat is dan ook meteen te zien aan het lidwoord. Neem nu Oekraïne. Dat was vroeger een streek, die we aanduidden met ‘de Oekraïne’, maar toen het gebied in 1991 een zelfstandige staat werd, werd het overal ‘Oekraïne’ genoemd. Iets dergelijks geldt voor Libanon.