C.A. Zaalberg 1909-2004
Redactie Onze Taal
Op 3 april overleed in Oegstgeest op 94-jarige leeftijd CA. Zaalberg, van 1964 tot 1975 hoogleraar Nederlandse Taal- en Letterkunde aan de Leidse universiteit, en sinds 1960 vaste medewerker van Onze Taal. Die samenwerking begon toen hij het blad tijdens een toespraak voor studenten aanprees als ‘allerboeiendste lectuur’. In de jaren die volgden, leverde Zaalberg een gestage vloed van kopij: meer dan honderd stukken en stukjes van zijn hand verschenen in Onze Taal, vooral over taalverandering, en met als rode draad beduchtheid voor taalverruwing en voor vreemde invloeden. Veelzeggend is de titel van zijn in 1975 verschenen bundel taalkundige beschouwingen: Taaltrouw - bijna net zo veelzeggend als wat hij in 1997 verklaarde in een interview: ‘Ik ben purist en daar ben ik trots op.’
C.A. Zaalberg in 1997.
Foto: Marc de Haan
Behalve onvermoeibaar was Zaalberg ook veelzijdig. Hij schreef in Onze Taal even makkelijk over de uitspraak van de au in auto als over klanksymboliek, en had evenveel belangstelling voor ‘de naoorlogse verengelsing van ons taalgebruik’ als voor ‘de apostrof als klinker’, constructies met zowel ... als, of de toenemende neiging voornamen te gebruiken. In 1981, toen Onze Taal vijftig jaar bestond, schreef hij een uitvoerig artikel over taalveranderingen in de twintigste eeuw. Inmiddels is gebleken dat veel van die veranderingen hebben doorgezet. Een van zijn laatste bijdragen voor Onze Taal, uit 1996, gaat over nederwiet, dat volgens hem fout gespeld wordt: ‘Laten we trots zijn op onze aloude woordenschat en nederwied schrijven!’, besluit hij.
Ook zijn wetenschappelijke werk vertoonde een grote verscheidenheid. Niet alleen de taal was zijn territorium, ook de literatuur. Hij promoveerde in 1954 op een studie over Jan van der Noot, en bezorgde werk van onder anderen Bredero en Hooft. Zaalberg was als neerlandicus een van de laatste allrounders - al zou hij voor dat laatste vast een ander woord hebben gezocht.