Gebarenpiet
Dove kinderen mogen nu dus hun taal gebruiken. Je hebt misschien weleens op straat of in de bus mensen met elkaar zien gebaren. De doven zijn trots op hun eigen taal, die zo lang is uitgelachen door andere mensen. Er verschijnen video's en dvd's met verhalen, toneelstukken en zelfs gedichten in gebarentaal. In een gebarentaalgedicht doet de dichter zijn best om zo mooi mogelijke gebaren te maken en die zo mooi mogelijk met elkaar te combineren. Er is zelfs gebarenrap: heel strakke, snelle gebaren op de maat van heel zwaar dreunende muziek. Die zware dreun kunnen de meeste doven nog wel horen, of beter gezegd: in hun buik voelen.
Sommige dove kinderen gaan nu ook naar een gewone school. Ze hebben dan iemand bij zich die alles wat er gezegd wordt, vertaalt in gebaren: een gebarentaaltolk. Die tolken zijn horende mensen die heel goed gebarentaal hebben geleerd. De klasgenootjes van zo'n doof kind leren ook vaak een heleboel gebaren. Hopelijk worden sommigen van hen nog wel tolk, want zo'n tolk doet nuttig werk. Als een dove bijvoorbeeld naar de dokter moet, heeft hij een tolk nodig, want de meeste dokters kennen geen gebarentaal. Ook op de tv zie je af en toe gebarentaaltolken, bijvoorbeeld bij het Jeugdjournaal. En als Sinterklaas 15 november ons land binnenkomt, kun je daar gerust samen met een dove naar kijken, want rechts in het beeld zie je een gebarenpiet, die alles vertaalt. Je kunt dan rustig het geluid uitzetten; pas als je voor het beeld gaat staan krijgt een dove net zo'n rood hoofd als je vader.