Fantasiespelling
Hintzens Taalanalisten hebben als voornaamste kwalificatie dat ze ‘uit hetzelfde land als de asielzoeker komen’ en dat ze de plaatselijke talen en dialecten goed kennen - hetgeen niet impliceert dat deze mensen ook maar enige taalkundige scholing hebben. Dit beeld wordt bevestigd door de taalanalyses die ik heb kunnen inzien. In deze rapporten moet de taalanalist de overwegingen waarop hij zijn oordeel baseert, onderverdelen in de rubrieken ‘uitspraak’, ‘woordkeuze’, ‘uitdrukkingen’ en ‘grammatica’. In de taalanalyses die ik heb gezien, werd er zonder uitzondering mee volstaan per rubriek een of twee voorbeelden te geven, zonder enige nadere toelichting: geen argumentatie, geen analyse, helemaal niets.
Naar mijn ervaring wordt in de IND-beoordelingen niet voldaan aan de minimale eisen van taalkundige analyse. Zo werden voorbeelden in de rubriek ‘uitspraak’ weergegeven in fantasiespellingen van de analist in plaats van het algemeen aanvaarde International Phonetic Alphabet, waardoor het volkomen onduidelijk was om welke fonetische aspecten het precies ging. Voorbeelden in de rubriek ‘grammatica’ gingen niet vergezeld van welke grammaticale analyse dan ook; de analist had zich beperkt tot het (niet zelden foutief) citeren van een of twee door de asielzoeker geuite zinnen. En deze moet dan maar raden op grond van welke kenmerken zijn taalgebruik is geïdentificeerd als behorend bij een andere taal dan hij zelf aangeeft te spreken.