Me wordt maai
Jan Stroop
Zoals ook in het artikel hiervoor duidelijk wordt, is een belangrijk kenmerk van het Poldernederlands de opvallende verandering van de ei-klank: die wordt steeds vaker uitgesproken als [aai]. Er doet zich in het taalgebruik een verschuiving voor waardoor die ei-verandering nog meer op de voorgrond treedt. De sprekers van het Poldernederlands hebben namelijk tegenwoordig hoe langer hoe meer de neiging de onbeklemtoonde (‘gereduceerde’) voornaamwoorden je, me, we, ze, m'n en z'n in hun volle vorm uit te spreken, dus als jij, mij, wij, enzovoort. Alleen zeggen die Poldernederlandssprekenden dan natuurlijk [jaai], [maai], [waai], [zaai], enzovoort.
Ik citeer uit bandopnames van de radio die ik erop heb afgeluisterd; links het citaat, rechts wat het in het ABN altijd geweest is.
Het verschijnsel is niet van vandaag of gisteren, maar de frequentie waarmee het voorkomt, neemt in hoog tempo toe. Deze terugkeer van de volle vorm is misschien begonnen als gevolg van spellinguitspraak, het willen uitspreken van elke letter van het gedrukte woord, maar het is tegenwoordig ook heel algemeen in spontane spraak. Met het bezittelijk voornaamwoord je gebeurt iets dergelijks: je eigen bankrekening wordt jouw eigen bankrekening.
Dachten we dat spellinguitspraak eindelijk de wereld uit was, komt die in verhevigde mate weer terug. Dat wordt nog weer in de hand gewerkt doordat gereduceerde vormen zelden meer als zodanig geschreven worden. Schrijfwijzen als 't regent, m'n fiets, komt-ie ook?, 'k zal wel zien, 't kabinet, die in de tweede helft van de negentiende eeuw gebruikelijk werden (zie bijvoorbeeld Multatuli), zijn nu uit de mode.
Ik ga een onderzoekje doen naar de omvang, omstandigheden en voorwaarden van dit proces van ‘adductie’ (het tegenovergestelde van reductie). Observaties hieromtrent zijn van harte welkom via de redactie van Onze Taal, Raamweg 1a, 2596 HL Den Haag, e-mail: redactie@onzetaal.nl.
Poldernederlands
- | Ik heb 't boek hier voor maai liggen. |
- | Denk jaai dat zaai een oppepper is? |
- | Wat maai stoort in dat verhaal (...) |
- | Wat zeg jaai? |
- | dat waai hier dieren houden |
- | Komt haai nog? |
- | Dankzaai OCenW zit jaai hier aaigelijk. |
- | Daar staat zaain auto. |
ABN
- | Ik heb 't boek hier voor me liggen. |
- | Denk je dat ze een oppepper is? |
- | Wat me stoort in dat verhaal (...) |
- | Wat zeg je? |
- | dat we hier dieren houden |
- | Komt ie nog? |
- | Dankzij OCenW zit je hier eigenlijk. |
- | Daar staat z'n auto. |