Onze Taal. Jaargang 72
(2003)– [tijdschrift] Onze Taal– Auteursrechtelijk beschermd
Íííís goed
| |
Taalfouten van kinderen corrigeren
| |
Allochtone talen op scholen verbieden?
| |
[pagina 149]
| |
Ik ben sinds bijna 24 jaar docente Nederlands op een geleidelijk verzwarte school voor vmbo-t/havo/vwo in het centrum van Rotterdam; binnenkort zullen de laatste ‘witte’ leerlingen de school verlaten hebben: er zitten er bijvoorbeeld nu nog twee in vwo-6. Ik geef sinds jaar en dag les aan de bovenbouwklassen havo/vwo. Mijn ervaring is dat van de negentien nationaliteiten die mijn school bezoeken er maar één groep consequent én op het schoolplein én in de les, tot en met vwo-6 toe, de eigen taal spreekt - en dat zijn de Turkse leerlingen (die overigens ook in de door mij verzorgde instroomtoetsen van brugklasleerlingen al jaren het zwakst scoren). Het is misschien niet politiek correct om man en paard te noemen, maar voor de helderheid van de discussie doe ik het toch.
Talloze pogingen hebben we al ondernomen om leerlingen van de onwenselijkheid van het spreken van de eigen taal te overtuigen - bijvoorbeeld door met een andere docent hardop in het Frans te overleggen in het bijzijn van leerlingen - maar het levert niet het gewenste resultaat op. Let wel: mijn leerlingen zijn bijna allemaal geboren en getogen in Rotterdam, en kunnen zich uitstekend in het Nederlands redden, dus het door Frank Jansen genoemde gevaar dat leerlingen helemaal niet meer spreken omdat de eigen taal taboe is, is niet groot. Ook Jansens laatste argument dat iemand die iets in het Nederlands niet begrijpt, geholpen kan worden door een ander die zijn moedertaal spreekt, gaat bij mijn leerlingen meestal niet op. Ze beheersen (soms zonder dat ze zich daarvan bewust zijn) het Nederlands zelfs veel beter dan hun moedertaal, die vaak op een huis-, tuin- en keukenniveau is blijven steken, en kennen talloze begrippen alleen in het Nederlands. Ze spreken dan in een tussentaal (half Turks, half ‘schoolwoorden’ als stroomopwaarts, aardverschuiving, gelijkzijdig, rationeel argument, enz.), die naar mijn overtuiging wijst op een blijvende gebrekkige Nederlandse-taalontwikkeling. Kortom, het probleem wordt mede veroorzaakt door de groepsdrang of-dwang om de moedertaal te spreken. Anders valt het niet te verklaren dat op een school als de mijne de ‘taaltrouw’ per groep zo verschilt. Een verbod op de eigen taal is geen plezierige maatregel, maar als deze ertoe leidt dat er in de leslokalen alleen nog maar Nederlands gesproken wordt, dan ben ik 100% voor. Maar ik heb helaas gemerkt dat het een illusie is te denken dat een dergelijk voorschrift resultaat oplevert. | |
Er staat niet wat er staat
| |
Uitspraak ETA en IRA
| |
Biceps
| |
Prullenmanderen
| |
Naschrift redactieHet woord prulle(n)manderen dateert al van voor 1996, zo blijkt uit een stukje dat Ewoud Sanders hierover schreef in NRC Handelsblad van 13 januari jl. Hij citeert daarin een brief van een ambtenaar die van 1987 tot en met 1996 op het Ministerie van Economische Zaken werkte: ‘Uit die tijd herinner ik mij het woord prullenmanderen. Dat was in ambtelijke kringen geen zeldzame term, zij het ook niet dagelijks spraakgebruik.’ Sanders vermoedt dat ‘Remkes zich gewoon versprak. Hij zocht naar prullenmanderen, dat al in 1993 door een krant [Trouw, red.] is opgetekend, maar produceerde prullenbakkéren - en daarmee een gewrocht.’ |
|