Haalbaar
Hoe komt de inburgering toch aan zo'n slecht imago? ‘Alles en iedereen wordt over één kam geschoren’, zegt Tap. ‘Nederlanders halen toch ook niet allemaal het vwo-diploma, waarom verwacht men bij buitenlanders dan wel één eindniveau? Een analfabete Marokkaanse bereikt in een jaar natuurlijk nooit hetzelfde als een hooggeschoolde Iraniër.’ De ROC's (Regionale Opleidingen Centra), die het gros van de inburgeringscursussen verzorgen, bekijken daarom voor elke inburgeraar die zich aanmeldt welk niveau haalbaar is. De opleidingen onderscheiden vier profielen, waar een zogenoemd taaltraject bij hoort. Plaatsing in een traject hangt af van de vooropleiding, maar ook van de studievaardigheid, het leertempo en het abstractievermogen van de cursist.
Alle nieuwkomers uit niet-EU-landen zijn verplicht een inburgeringscursus te volgen. Het systeem voorziet wel in sancties - zoals korting op de uitkering - maar die worden in de praktijk vrijwel niet toegepast. De hoofdmoot van het programma wordt gevormd door het Nederlands. Daarnaast is er een ‘maatschappelijke en beroepenoriëntatie’.
Het publiek voor de cursussen varieert van analfabeten tot academici en van jong tot hoogbejaard. ‘We hebben hier weleens een grootmoeder van tegen de tachtig gehad, ze was nooit naar school geweest’, vertelt Tap. ‘We moesten hemel en aarde bewegen om haar vrijgesteld te krijgen van de inburgeringseis.’ In een jaar tijd (in de praktijk veertig weken van vijftien uur les, dus zeshonderd uur) moeten de nieuwkomers volgens de Wet inburgering nieuwkomers ‘sociaal of professioneel redzaam’ worden: dat betekent (wat) Nederlands leren, de Nederlandse samenleving verkennen en zich oriënteren op een beroep of vervolgopleiding.
Illustratie: Jean-Marc van Tol