Home of kuit
Verdachten moeten categoriaal worden aangeduid
Frank Jansen
Er zijn taalkwesties waarover heel verschillend kan worden gedacht. Taalkundige Frank Jansen behandelt maandelijks zo'n kwestie. Hij steekt daarbij zijn eigen mening niet onder stoelen of banken en eindigt telkens met een stelling, waarop u kunt reageren.
In krantenberichten zien we dat verdachten op verschillende manieren worden aangeduid. De kern ervan bestaat meestal uit een min of meer verhulde openbaring van hun naam: de volle naam (Frank Jansen), de volle voornaam en de initiaal van de achternaam (Frank J.) of beide initialen (F.J.). De laatste jaren zien we het beleid langzaam verschuiven van de minst informatieve mogelijkheid (initialen) naar de meest informatieve (de volle naam).
Is deze ontwikkeling gewenst? Nee, alleen al niet omdat het de gemeenschap de komende jaren onvermijdelijk handenvol geld gaat kosten. Personen die van rechtsvervolging ontslagen of vrijgesproken worden, zullen claimen dat ze door de informatieve aanduiding schade hebben geleden en Amerikaans aandoende bedragen eisen om die schade te vergoeden.
En daar staat geen enkel voordeel tegenover. Dat geldt eigenlijk voor alle informatie over de individuele eigenschappen van de verdachte, zelfs de zuinigste. Wat hebt u eraan om te weten dat ene ‘F.J.’ is gearresteerd?
Moet er dan komen te staan: ‘Er is iemand aangehouden’? Nee. In de huidige berichten treffen we naast individuele informatie eigenlijk altijd ook al ‘categoriale’ informatie aan: over de betrekking van de verdachte tot het slachtoffer, het geslacht, de leeftijd en de woonplaats, en soms de etnische groep van de verdachte.
Zulke categoriale informatie heeft wél zin. Die kan verklarend werken (‘Hmm, een crime passionnel’), of geruststellend (‘Gelukkig woont die engerd niet bij ons in de buurt’), of sturend (‘Zaterdag maar niet naar dat gevaarlijke Utrecht’). Een nadeel is dat lezers de informatie misschien gebruiken om hun vooroordelen op te poetsen (‘Tss, docent natuurlijk ook nog’), maar dat moeten we dan maar voor lief nemen.
Kortom, in plaats van ‘F.J.’ zie ik liever staan: ‘een blanke Utrechtse docent van middelbare leeftijd’.
Daarom luidt de stelling deze keer:
Bij de aanduiding van verdachten dient er geen gebruik te worden gemaakt van individuele maar van categoriale informatie.
Bent u het eens of oneens met deze stelling? Breng voor 3 februari 2003 uw stem uit op onze website: www.onzetaal.nl. U kunt ook per post reageren; stuur een briefkaart met ‘Verdachten categoriaal aanduiden’ of ‘Verdachten niet categoriaal aanduiden’ naar de redactie van Onze Taal, Raamweg la, 2596 HL Den Haag. In een volgende aflevering de uitslag van de stemming.