Corporate image
Een paar maanden geleden werd het nieuwe leger-uniform geïntroduceerd. Het journaal besteedde er aandacht aan. Gevraagd waarom hij zo tevreden was met het ontwerp, antwoordde een generaal vol trots: ‘We hebben het hier ook over een stukje corporate image voor ons als professionals voor vrede en veiligheid.’ Een raadsel.
Het kan zijn dat de landmacht een imago heeft, en het kan ook zijn dat het uniform daarbij een rol speelt, maar de landmacht heeft geen ‘corporate’ imago, want het is geen ‘corporation’. Het is alsof de generaal voelt dat het fout gaat. Waarschijnlijk zegt hij daarom ‘een stukje corporate image’, om het een beetje af te zwakken. Het resultaat is rampzalig. Dit ‘stukje corporate image’ plakt Hollandse kleinheid aan Amerikaanse grootheid; tegenstrijdige zaken die de twijfel in het hoofd van de spreker genadeloos blootleggen.
Maar dat is niet alles. Voor wie is dit ‘stukje corporate image’ bedoeld? Voor ‘ons als professionals voor vrede en veiligheid’. De verwarring is nu compleet. Het stukje corporate image is dus niet zomaar voor het leger; het is kennelijk niet eens voor ‘ons als verdediger van het vaderland’, of voor ‘ons als bewaker van de vrije democratie’. Wie gaat er nou straks in dat uniform lopen? Dat vraag je je af. En wat bedoelt hij met ‘professionals’? Sinds de dienstplicht is afgeschaft, heeft Nederland een beroepsleger en zijn militairen beroeps, of profs. Net als voetballers. Maar een professional is ook een specialist die zich aan de regels van zijn vak houdt, die professionele normen hanteert. Zoals een advocaat of een arts. Welke rol heeft de generaal hier voor zijn troepen in gedachten? Die van beroeps lijkt me prima, die van specialist lijkt me overdreven.
En wat zijn dan in hemelsnaam ‘professionals voor vrede en veiligheid’? Dat doet eerder denken aan een protestbeweging dan aan een leger. ‘Autonomen voor kwijtschelden schulden derde wereld’. Zoiets. Hoe kan iemand zich zo verliezen in vaagheid? Een generaal nota bene, iemand van wie de Nederlandse burger toch op zijn minst een bepaalde mate van zekerheid en doeltreffendheid mag verwachten.