Onze Taal. Jaargang 70

[p. 228]

Kort verslag jaarvergadering genootschap Onze Taal

P.H.M. Smulders

Bijna veertig leden, bestuursleden en medewerkers van het Genootschap Onze Taal waren donderdagavond 7 juni jongstleden aanwezig op de algemene ledenvergadering over het jaar 2000. Na de vaste agendapunten en een korte vragen- en discussieronde hield dr. Hans Heestermans een voordracht over opmerkelijke betekenisveranderingen in het Nederlands, onder de titel ‘Hoe braaf is braaf?’ De tekst van deze lezing vindt u op bladzijde 230 van dit nummer van Onze Taal. Hieronder volgt een verslag van de jaarvergadering.

Het jaar 2000

De voorzitter van het genootschap, mr. F.W. Kist, vestigt de aandacht op een aantal belangrijke passages in het jaarverslag over 2000. Hij vindt het verheugend dat Onze Taal ook buiten de ledenkring steeds meer waardering oogst, wat zich uit in lovende besprekingen in kranten en in een steeds groter aantal citaten uit het blad. In het jaarverslag wordt verder ingegaan op de veranderde werkwijze voor de diensten van de Taaladviesdienst: telefonische adviezen lopen sinds 1 juli 2000 via een betaald 0900-nummer en er is een voorrangsregeling voor leden ingesteld als het gaat om de beantwoording van per e-mail gestelde vragen. De Taaladviesdienst begint zichzelf steeds meer te bedruipen dankzij een financieel beter verantwoorde werkwijze. In het jaar 2000 behandelde de dienst 9205 verzoeken om taaladvies; 417 opdrachten werden in rekening gebracht, wat resulteerde in een opbrengst van f 94.318,92. Het 0900-nummer leverde bovendien in de tweede helft van 2000 ruim f 6000,- op. Verheugend is verder de groeiende interesse voor de website van Onze Taal; per dag worden er zo'n 1500 bezoekers geregistreerd.

Andere activiteiten

Op verzoek van de voorzitter vertelt de heer Renkema het een en ander over de leerstoel Taalverzorging, die door het genootschap aan de Katholieke Universiteit Brabant is ingesteld. De heer Renkema sprak op 30 juni 2000 zijn inaugurele rede uit na het aanvaarden van de functie van bijzonder hoogleraar Taalverzorging op 1 december 1999. Zo'n veertig studenten doen binnen het terrein van de leerstoel tentamen in het vak Taalverzorging. In de postdoctorale fase wordt een cursus verzorgd waarin het belang van taal in het maatschappelijk verkeer centraal staat. Verder vindt onderzoek plaats naar het gebruik van Engelse woorden en naar de invloed van taalfouten. Proefschriften zijn binnen de leerstoel nog niet aan de orde, omdat afgestudeerden te snel wegstromen naar het bedrijfsleven, aldus Renkema. Hij vindt een belangrijke verdienste van de leerstoel dat studenten er enthousiast door zijn geraakt over de functie van taal.

Onder ‘overige activiteiten’ vermeldt het jaarverslag onder meer de verhuizing van het secretariaat van het genootschap. De nieuwe huisvesting is aangegrepen om de kantoorinrichting, de computerapparatuur en de telefonievoorzieningen grondig te moderniseren. Voorts is er in 2000 veelvuldig contact geweest met de Nederlandse Taalunie over de samenwerking na 1 januari 2001 en de daaraan verbonden organisatorische kanten. Tot slot staat in het jaarverslag vermeld dat bij het secretariaat van het genootschap eind 2000 twaalf medewerkers in vaste dienst waren voor gemiddeld 3,8 dagen per week, in totaal een formatieruimte van ruim negen voltijdse medewerkers.

Ledenbestand

In het jaarverslag wordt geconstateerd dat het ledental van het genootschap in 2000 afnam met 2,5% tot 45.438 leden op 31 december. Naar aanleiding van een opmerking van de heer Ter Heide over dit gegeven oordeelt voorzitter Kist dat er geen reden is al te dramatisch te doen over deze daling; het aantal is nog steeds indrukwekkend. De heer Vis signaleert dat een organisatie als het Algemeen Nederlands Verbond naar verhouding veel meer leden heeft in Vlaanderen dan het genootschap; hij vraagt zich af of er contacten met het ANV zijn over samenwerking. Directeur Smulders licht toe dat het ANV geen oorspronkelijk Nederlandse organisatie is, zoals Onze Taal dat wel is. Het ANV is al meer dan honderd jaar behalve in Den Haag ook in Brussel gevestigd. Het werven van leden in Vlaanderen is voor het genootschap een kostbare zaak die verhoudingsgewijs weinig oplevert.

Het ledenbestand van het Genootschap Onze Taal bestond eind 2000 uit 40.595 gewone leden in Nederland, 1807 collectieve lidabonnnees, 570 leden die een gereduceerd tarief betalen (o.a. CJP'ers), 1261 leden in België en 584 in overige landen, 409 cadeau-abonnees en 212 diversen.

Financiën

De penningmeester onderstreept dat de vereniging er financieel goed voor staat, ondanks het licht dalende ledental. Het jaar 2000 is afgesloten met een positief saldo van f 34.330,- na reserveringen voor het congres van 2001, voor een extra ledenwervingscampagne en voor een lezersonderzoek. De verhuizing van het genootschap naar de Raamweg is binnen de daarvoor bestemde bedragen uitgevoerd. De penningmeester complimenteert het secretariaat met dit feit. Verder vertonen de exploitatie van de Taaladviesdienst en de opbrengsten van uitgegeven boeken betere cijfers dan begroot, waardoor deze activiteiten bijdragen aan de gunstige resultaten over 2000.

Een kascommissie bestaande uit de leden H. baron van Lawick en H.P. van Leeuwen heeft de staat van baten en lasten over 2000 onderzocht en akkoord bevonden. De jaarrekening is opgesteld door accountants van BDO Walgemoed CampsObers Accountants te Leiden. De algemene vergadering keurt de jaarrekening over 2000 goed en dechargeert het bestuur voor het gevoerde beleid.

[p. 229]

Penningmeester Van der Steen signaleert dat er nogal wat onzekere financiële factoren een rol spelen voor het jaar 2002. Wegens de oplopende inflatie, de toenemende personeelskosten, de stijgende papierprijzen en portotarieven, de onzekerheid over een bijdrage van de Taalunie en het licht dalende ledental stelt hij voor de contributie per 1 januari 2002 te verhogen van f 38,- tot €19,-, een verhoging met f 3,87. Hij benadrukt hierbij dat het een goede gewoonte van het bestuur is om niet elk jaar het lidmaatschapsgeld aan te passen, maar het bedrag zo mogelijk enkele jaren te handhaven. De algemene vergadering stemt in met het voorstel van de penningmeester om de contributie per 1 januari 2002 te verhogen tot €19,-.

Bestuurssamenstelling

Mr. E.L.J. van Vliet heeft zich wegens tijdgebrek teruggetrokken als bestuurslid. Hij wordt opgevolgd door de heer L. Permentier, redacteur bij De Standaard in België. Aan het einde van dit verslag is een beknopt curriculum vitae van hem afgedrukt. Herbenoemd worden mevrouw mr. C.M. le Clercq-Meijer en mevrouw drs. V.M.E. Kerremans, wier zittingstermijn van vier jaar was verstreken.

Rondvraag

De redactie had zorgvuldiger moeten zijn bij het schrijven van het artikeltje in Onze Taal over de werkgroep Taalverdediging, zo meent de heer Van Malde tijdens de rondvraag. Dit constateert hij op grond van de ingezonden brieven in het juninummer. De heer Smulders wijst op het naschrift van de redactie bij de brievenrubriek. Hierin zegt de redactie dat de kop boven het bericht over Taalverdediging een suggestie wekt die bij nader inzien minder gelukkig is. De heer Kist is met dit voorval evenmin gelukkig; hij vindt dat de redactie zich niet met politieke onderwerpen moet inlaten. Brieven van de heer Vrijlandt over deze kwestie, gericht aan de ledenvergadering van Onze Taal, zijn bij de vergaderstukken gevoegd. De heer Vis vraagt waarom de ingezonden brief van de heer Vrijlandt niet geplaatst is, zoals de auteur wilde. De heer Smulders antwoordt namens de redactie dat er drie reacties over het onderwerp waren binnengekomen en dat twee daarvan geplaatst zijn. De redactie vond de brief van de heer Vrijlandt niet geschikt voor publicatie, omdat de inhoud niet duidelijk gesteld was. In het tijdschrift is de discussie over deze kwestie inmiddels gesloten.

Curriculum vitae Ludo Permentier

Ludo Permentier (1950) schrijft voor de krant De Standaard en is in dienst bij Van Dale Lexicografie. Hij studeerde Germaanse filologie aan de Katholieke Universiteit Leuven en was leraar Nederlands op het Erasmuscollege in Schaarbeek voor hij bij een uitgeverij van kranten in dienst trad als cultuurredacteur. Bij De Standaard liet Ludo Permentier voor het eerst van zich horen in januari 1994, toen zijn krant vroegtijdig het Spellingrapport van de commissie-Geerts bekendmaakte. Hij bleef als geen ander de spellinghervorming kritisch volgen. Toen de nieuwe spelling vorm kreeg, publiceerde Permentier in zijn krant de bijlage ‘Standaard der Spelling’, waarin hij als eerste een leerbaar overzicht gaf van de spellinghervorming. In 1997 schreef hij samen met een collega het Stijlboek van De Standaard. Sindsdien vervult hij op de redactie de functie van taalbewaker-opleider. Dit betekent dat hij zorg draagt voor de kwaliteit van de teksten in de krant en een schrijfopleiding geeft aan jonge redacteuren.

Sinds 1 januari 2001 werkt Permentier deeltijds voor Van Dale; hij schrijft onder meer nieuwsberichten over taal, die te lezen zijn op het Van Dale Taalweb. Ook adviseert en documenteert hij de redactie, voornamelijk in verband met het taalgebruik in België.

Permentier woont in Boutersem (tussen Leuven en Tienen), is getrouwd en heeft vier kinderen.