Vraag en antwoord
Taaladviesdienst
Controleren
? Het valt me op dat controleren tegenwoordig vaak wordt gebruikt in de betekenis ‘beheersen’, naast die van ‘toezicht houden’ of ‘nagaan of iets klopt’. Volgens mij is dit een anglicisme: het Engelse to control heeft wél beide betekenissen. Of heeft controleren er een betekenis bij gekregen?
! Controleren in de betekenis ‘beheersen’ is van oorsprong inderdaad een anglicisme (een vertaling uit het Engels die in strijd is met het taaleigen). Deze betekenis komt echter al tientallen jaren in het Nederlands voor en is dan ook al geruime tijd in de woordenboeken te vinden. In Verschueren komt de ‘beheersen’-betekenis sinds 1979 voor, met de expliciete vermelding dat deze uit het Engels komt. Koenen schreef in 1956: ‘gewoon is [controleren] thans ook (...) in de zin van Eng. to control’ (met de aantekening dat in enkele gevallen beheersen beter is), maar vier drukken later (1987) is die opmerking geschrapt. En Van Dale, die deze betekenis van controleren sinds 1950 vermeldt (eerst alleen als economische term), heeft er nooit een opmerking over gemaakt.
Het Prisma stijlboek (1993) keurt controleren in de betekenis ‘beheersen, regelen, in bedwang houden’ nog steeds als anglicisme af, maar vermeldt tevens dat onder controle hebben - oorspronkelijk ook een anglicisme - inmiddels ingeburgerd is. In die combinatie betekent het zelfstandig naamwoord controle ‘beheersing, bedwang’, en het is dus niet verwonderlijk dat controleren ‘beheersen’ is gaan betekenen. Wij willen controleren in de betekenis ‘beheersen’ dan ook niet afkeuren, maar we kunnen ons voorstellen dat het verwarring kan veroorzaken. Als controleren kan worden opgevat als ‘toezicht houden’ én ‘beheersen’, kunt u beter voor een alternatief kiezen. De taalgids (1999) van Peter van der Horst en de Woordwijzer (1998), een uitgave van het Nederlands Normalisatie-instituut en het Belgisch Instituut voor Normalisatie, geven verschillende mogelijkheden: beheersen, domineren, regelen, (be)sturen, beheren en overwegende zeggenschap uitoefenen.
Al in december 1945 werd er in Onze Taal de aandacht op gevestigd ‘dat het Engelsche werkwoord “to control” niet mag worden vertaald door: controleeren, wat onze kranten geregeld doen.’ In mei 1946 werd er nader op ingegaan: ‘Vóór den laatsten wereldoorlog hadden wij van dit anglicisme weinig last. Dit veranderde door slordige vertaling van het Engelsche “to control” in de nieuwsberichten waarmede wij door Engeland van den loop der zaken op de hoogte werden gehouden. (...) Het is nu zoo ver gekomen dat men, als men het woord “controleeren” leest, dikwijls niet weet wat bedoeld wordt.’