Taalachterstanden
Onder voorzitterschap van Belinfante heeft de Interparlementaire Commissie zich vooral sterk gemaakt voor een zogenoemd ‘sociaal taalbeleid’, dat gericht is op taal als middel om volwaardig te kunnen participeren in de samenleving, en dus op het wegwerken van taalachterstanden bij immigranten én bij autochtone achterstandsgroepen. In de moderne maatschappij wordt het volgens de commissie steeds belangrijker dat mensen zich mondeling en schriftelijk goed kunnen uitdrukken. De Nederlandse en de Vlaamse overheid moeten proberen zo veel mogelijk een gezamenlijk beleid te ontwikkelen om groepen met een taalachterstand te helpen.
Immigranten vormen de groep waarover de afgelopen jaren de meeste discussie is geweest. Volgens Belinfante moet de overheid bij voorlichting aan minderheidsgroepen niet alleen rekening houden met taalproblemen, maar ook met verschillen in communicatiemethoden: ‘Jarenlang is aan de Berbers in dit land schriftelijk voorlichtingsmateriaal gestuurd in het Arabisch. Daarbij werden twee dingen vergeten. In de eerste plaats dat Berbers niet hetzelfde is als Arabisch. In de tweede plaats dat relatief veel van die mensen analfabeet zijn. Tegenwoordig worden daarom ook cassettebandjes met gesproken Berbers gebruikt.’
‘We moeten er overigens wel voor zorgen dat al die mensen ook het Nederlands beheersen. Het gevaar dreigt anders dat er groepen in de samenleving zijn die zich helemaal isoleren.’ Ook hier is meertaligheid volgens Belinfante de oplossing: immigranten moeten en kunnen behalve hun eigen taal ook het Nederlands beheersen.
Hoe staat u tegenover de erkenning van streektalen, zoals het Nedersaksisch, het Limburgs en het Zeeuws?
‘Dat lijkt me een onderwerp waar we eens beter naar zouden moeten kijken, ook in verband met het sociale taalbeleid. Ik weet niet of erkenning per se nodig is, maar ook in dit geval zouden we meertaligheid wellicht willen stimuleren. De kwestie ligt overigens in Vlaanderen veel gevoeliger dan in Nederland. Dat is ook niet zo gek als je ziet hoezeer men daar heeft moeten strijden voor een eenheidstaal. Die eenheid geef je dan niet meer zo gemakkelijk op.’