| |
| |
| |
Taalergernissen
‘Genootschap, doe er wat aan!’
Volgens mij
Bob Kroon, journalist - Genolier, Zwitserland
Als correspondent in het buitenland, die niet zo vaak meer in het koninkrijk komt, struikel ik over het inmiddels in beton gevatte, nogal pedante volgens mij. Wat is er mis met ik vind, ik denk, ik geloof, mijns inziens, naar mijn mening of desnoods ik ben van mening? Waarom ‘Volgens mij is dat een mooie auto’? Volgens mij liever niet!
Ik heb geen bezwaar tegen volgens de ministerraad of volgens de Volkskrant, want daarmee neem je afstand van de opvatting in kwestie. Het eigenzinnige volgens mij suggereert dat iedere tegenspraak onnodig of ongewenst is. Maar gelijkhebberigheid is nu eenmaal een bekend nationaal karaktertrekje.
| |
Eigenaresse
Ingmar Roerdinkholder - Eindhoven
De afgelopen jaren ben ik al een paar keer een vrouw tegengekomen aan wie ik steeds meer een hekel begin te krijgen: de ‘eigenaresse’. Zowel in mondeling taalgebruik als in een krant als de Volkskrant is dit woord mij herhaaldelijk opgevallen. Waarschijnlijk speelt het woord secretaresse een rol in de vorming van eigenaresse. Eigenaresse komt overigens voor in de jongste editie van de grote Van Dale, net als dienaresse, agentesse en meesteresse. Andere vergelijkbare woorden krijgen deze extra uitgang niet; niemand heeft het over ‘tovenaresse’ of ‘leraresse’.
Uit: de Volkskrant, 12-2-2000
| |
Om
Ab Klaassens - Eindhoven
In kranten en op de radio wordt steeds meer om gebruikt, te pas en te onpas. Ik noteerde bijvoorbeeld:
- | Hij is tegenstander om illegalen te detineren; |
- | Armstrong maakt de indruk om ontspannen te rijden; |
- | Hij hoeft niet bang te zijn om Joegoslavië te verlaten; |
- | Zij zijn bang voor stemmenverlies om de renteaftrek ter discussie te stellen. |
Charivarius, de kritische taaladviseur uit de eerste helft van de vorige eeuw, draait zich vast om in zijn graf, want hij vond ‘Wij verzoeken u om...’ al verwerpelijk. Maar toen gingen we nog met kroontjespennen, inktlappen, griffels en sponzendozen naar school.
| |
‘Hiej is uw biej’
Herman Gallé - Britsum
Een aantal jaren geleden werd er nogal gegniffeld over de uitspraak van de letter r bij het uitkomen van een lp van Kinderen voor Kinderen. Velen van de jonge zangertjes en zangeresjes bleken deze letter aan het eind van een woord uit te spreken als een j. Vier uur werd ‘viej uuj’ en de ouders werden aangeduid als ‘vadej en moedej’. Dachten we toen nog dat dit een modieus verschijnsel was dat vanzelf wel weer zou overwaaien, thans meen ik te mogen constateren dat deze in mijn ogen buitengewoon lelijke uitspraak gemeengoed is geworden, althans in de Randstad. Met name radio- en televisiepresentatoren met wie ik, zappenderwijs, weleens word geconfronteerd, kunnen er wat van. En luttele weken geleden werd ik in het vliegtuig door een luchtserveerster aangesproken met de woorden: ‘Hallo meneej, hiej is uw biej.’ (En dat terwijl een paar jaar terug een vrouw die als stewardess bij de KLM wilde werken, werd afgewezen omdat zij een Achterhoeks accent had!) En warempel, in het kantoor waar ik mijn dagelijks brood verdien, is sinds kort in de lift een luidsprekertje aangebracht waaruit een sensuele vrouwenstem klinkt die mij vertelt op welke verdieping ik mij bevind. Wanneer ik mij naar de catacomben begeef, meldt zij dat ik mij bevind in de ‘keldej’!
Zelf lijd ik aan een ‘huig-r’ en ik heb al vaak geprobeerd mij de tongpunt-r eigen te maken. Daarbij heb ik mij bediend van een handig trucje dat ik ooit eens ergens gelezen heb. Herhaal enkele malen de woorden ‘tedi teda tedo tedei’ (of ‘kedi keda kedo kedei’). Begin langzaam en voer de snelheid steeds verder op. Op het laatst vormt de d zich om tot een rollende r. Ik heb het idee dat het iets heeft geholpen.
| |
‘Het kan niet zo zijn dat...’
Albert van der Vliet - Amsterdam
Telkens erger ik me wanneer iemand, meestal een politicus, zegt: ‘Het kan niet zo zijn dat...’ Laatst sprak Kamerlid Rob Oudkerk deze frase uit, gevolgd door de mededeling dat Nederlandse patiënten in het buitenland geopereerd moeten worden. Waarom kan dat ‘niet zo zijn’? Het kan heel goed zo zijn, sterker nog: het is zo, want sommige rugpatiënten worden al in München geopereerd.
Wat mij stoort in deze frase is het moralisme en de gelijkhebberigheid. Door een objectieve formulering te kiezen (die alleen gebruikt kan worden in zinnen als ‘Het kan niet zo zijn dat twee plus twee vijf is’) objectiveert de spreker zijn subjectieve mening. Ik heb liever dat Oudkerk - en met hem al die anderen - in zo'n geval zegt: ‘Ik vind het niet acceptabel dat...’
| |
Meest ingewikkeld
Robbert Tilli - Amsterdam
Taal is voor mij, als journalist voor diverse bladen in binnen- en buitenland, niet alleen een inkomstenbron maar ook een bron van vermaak. Tegenwoordig put ik mijn lol vooral uit de integratie van anglicismen in de overtreffende trap. In plaats van het ingewikkeldst hoor je hoe langer hoe meer het Engels aandoende het meest ingewikkeld. ‘Most complicated.’
Met een paar collega's heb ik onlangs een poging gedaan te schatten wanneer iemand van ons voor het eerst ‘de meest goede’ in plaats van ‘de beste’ zou horen. De gewaagdste
| |
| |
voorspelling was twee jaar. Maar al véél eerder was het zover: op straat ving ik de magische woorden op. Het gaat hier wel om de overtreffende trap van alle taalfouten, die erg genoeg ook al tot de zogenaamde kwaliteitskranten is doorgedrongen. Kan Onze Taal hier eens iets aan doen?
| |
Het publiek die
Hennie Ruedisueli - Breda
Is dat nog te redden? Ik vrees dat ik deze vraag ontkennend moet beantwoorden, dat er geen houden meer aan is: dat is ten dode opgeschreven!
Als luisteraar van Radio 1 en in het bijzonder van het Radio 1 Journaal laat ik mijn vrouw dagelijks opschrikken met mijn kreet ‘dat!’, als er weer iemand - professor, Kamerlid, minister, radioverslaggever, zelfs mijn favoriete presentatrice Clairy Polak - het betrekkelijk voornaamwoord die gebruikt waar dat vereist is.
Laatst werd het me te veel. Ik kwam om kwart voor vier thuis en zette de radio aan, waar de EO een vraaggesprek had met ene Joke, zo te horen verbonden aan het Letterkundig Museum. Zij sprak zonder enige gêne over ‘het publiek die wordt verwacht’. Een paar minuten later volgde een gesprek met een automobielen zegenende kanunnik, die het had over ‘het dorp E. die al eeuwenlang (...)’. En een nieuwe weermevrouw zei en plein public: ‘een regenfront die ons land zal bereiken’. Het waren dus allemaal, naar ik aanneem, redelijk opgeleide personen die ‘het’ doen. Is daar nu helemaal niets tegen te beginnen?
| |
(Ver)algemeniseren
J.A. Korthouwer - Noordwijkerhout
De synoniemen generaliseren en veralgemenen hebben lange tijd vreedzaam naast elkaar bestaan, maar daar is allang geen sprake meer van. Door contaminatie van deze woorden hoor je nu veelvuldig veralgemeniseren, terwijl het gebruik van een van de correcte vormen uitzonderlijk is.
Dit nieuwe woord woekert vervolgens voort. In de Volkskrant van 10 mei 2000 stond de zinsnede: ‘Pas door die algemeniseerbare betekenissen van concrete ervaringen van medemensen wordt het mogelijk (...)’. We kunnen nu blijkbaar ook iets ‘algemeniseren’ en de stam van dit nieuwe werkwoord combineren met het achtervoegsel -baar. Het lijkt me beter het taalgedrocht algemeniseerbaar te vervangen door algemeen toepasbaar.
| |
Ver(war)taal
G.L. Slieker - Koog aan de Zaan
In toenemende mate kom ik woorden tegen die wel heel letterlijk uit het Engels vertaald zijn. Bij Britse tv-series op de Nederlandse zenders bijvoorbeeld. Het is bekend dat humor moeilijk te vertalen is, maar ook andere zaken worden slecht vertaald. Zo was er een serie die zich in de wereld van Londense advocaten afspeelde, en waarin advocaten voorkomen die ook als aanklager mogen optreden. Zij worden wel aangeduid met de term silk - vanwege de zijden toga die men in die functie mag dragen. Zo'n advocaat werd in de vertaling aangeduid met zijde.
Andere voorbeelden van te letterlijk vertaalde termen: ingezworen worden (to be sworn in, ‘beëdigd worden’), acteren op (to act upon, ‘naar aanleiding van iets handelen’), zich committeren (to commit oneself, ‘een verplichting aangaan’) en actueel (actual, ‘feitelijk’).
Blijkbaar zijn er vertalers aan het werk die onvoldoende kennis van zaken hebben en zo de kijker of lezer op een dwaalspoor zetten. Voor een goede vertaling is een grondige kennis van de buitenlandse taal (en gewoontes) én van de eigen taal vereist. Anders is er sprake van ‘ver(war)taal’.
| |
Transparant
Jan van der Aa - Sint-Oedenrode
Het gewone Nederlandse woord duidelijk blijkt afgedaan te hebben. Helder is ervoor in de plaats gekomen. Aanvankelijk bedienden vooral managers zich van dit woord, maar inmiddels gebruikt menigeen helder. Blijkbaar staat dat gewichtig. Maar de aandachtige luisteraar en lezer zal het niet zijn ontgaan dat ook helder intussen op zijn retour is. Het maakt plaats voor transparant: als iets transparant is, bestaat er geen misverstand over.
Ik heb dit onlangs met veel genoegen mogen ervaren tijdens een raadsvergadering in mijn gemeente, waar ik als verslaggever voor de krant aanwezig was. Dit genoegen sloeg bij mij en mijn collega's op een gegeven moment over in ergernis. In alle toonaarden gaven de raadsleden aan dat het nieuwe inschrijvingssysteem voor bouwgrond vooral transparant moet zijn, zodat het voor iedereen helder en duidelijk is hoe het in elkaar zit. De meeste raadsleden snapten door die woorden niets van de discussie. Iets wat de wethouder na afloop zelfs toegaf.
| |
Aquaplaning
H. Peter Smaling - Amstelveen
Veel nieuwslezers spreken het woord aquaplaning (‘het slippen van een voertuig als gevolg van een laagje water tussen het wegdek en de banden’) uit als [aakwaaplenning] en niet als het juiste [aakwaapleening]. Bij de uitspraak [aakwaaplenning] is het net alsof het om iets gaat wat wordt ‘gepland’. Mijn ergernis over deze verkeerde uitspraak gaat zó ver dat ik, toen ik het weer eens in een nieuwsuitzending op de radio hoorde, de euvele moed heb gehad de redactie van dat programma per fax te melden dat ze verkeerd bezig waren. De achterliggende gedachte was dat de uitspraak van nieuwslezers door 99% van de mensen als juist wordt ervaren.
Aan mijn ergernis lijkt een eind te zijn gekomen. Na mijn fax werd het verkeer in het desbetreffende programma gewaarschuwd voor ‘watergladheid’, een term die voorheen vooral in Vlaanderen gebruikt werd. Perfect, wat mij betreft. Daarnaast heb ik het woord inmiddels ‘vernederlandst’ als [aakwaaplaaning] gehoord. Ook hiermee kan ik leven.
|
|