Geen regeringsacademie
Heeft de overheid bepaalde plichten ten aanzien van de bescherming van de nationale taal? Uiteraard. De overheid dient haar burgers in de eigen taal de toegang te garanderen tot alles wat zij nodig hebben om in het openbare leven te kunnen functioneren. De rest valt buiten haar taak. De nationale autoriteiten moeten níét in de taal willen ingrijpen. De Fransen, die op dat punt zeer gevoelig zijn, hebben vroeger een academie opgericht die zich nu nog steeds met de nationale taal bezighoudt, en die de opdracht heeft vast te stellen wat in taalkundig opzicht juist is. Dit lijkt me een taak die eerder is weggelegd voor academische instanties dan voor regeringsorganen; bovendien kun je mijns inziens je eigen taal niet verdedigen door vreemde talen aan te vallen.
Het is een natuurlijke ontwikkeling dat een van de talen, in dit geval het Engels, op de drempel van de 21ste eeuw zich tot een algemeen communicatiemiddel ontwikkelt. Het gejammer dat het Frans en in zekere mate ook het Duits en het Spaans hun posities hebben moeten inleveren, lijkt me niet terecht.
Er is geen wet die het gebruik van Poolse woorden en uitdrukkingen kan opleggen. De school hoort leerlingen een goed taalgebruik aan te leren, zodat iemand die geen Poolse woorden gebruikt dit vanzelfsprekend als een teken van zwakte gaat ervaren. In Frankrijk heeft men geprobeerd de wetenschappelijke wereld te dwingen om tijdens internationale conferenties de Franse taal te gebruiken. Het heeft ertoe geleid dat er nauwelijks nog conferenties in Frankrijk werden georganiseerd. Na een tijdje werd de oude situatie hersteld. Nu zijn er weer diverse congrestalen te horen, het Engels voorop, en de Franse taal verkeert nog steeds in goede conditie.
Men moet proberen ruimte te creëren voor de eigen taal door haar te populariseren. Hiervoor dient de overheid zorg te dragen, met taalonderwijs binnen academische opleidingen over de hele wereld. Met het ‘privé-leven’ van de taal moet zij zich niet gaan bemoeien.
Illustratie: Hein de Kort