Napoleonskake
In de vroege jaren vijftig woonde ik als correspondent voor Het Vrije Volk in Oslo, en ik was gek op tompoezen. Ik heb ze gegeten in Nederland, Frankrijk en de Scandinavische landen, en ze leken allemaal als twee druppels water op elkaar. In Frankrijk heetten ze ‘millefeuille’, maar in Noorwegen bleek mijn favoriete gebakje ‘napoleonskake’ te heten. In het Deens is het ‘napoleonskage’ en in het Zweeds ‘napoleonsbakelse’. Er was weinig speurwerk voor nodig om te ontdekken dat de tompoes vooral in Amerikaans-Engels wel ‘a napoleon’ of ‘a nap’ wordt genoemd. In Europees-Engels spreekt men van ‘cream slice’.
Er is dus bij de naamgeving van het gebakje een verband gelegd tussen de tompoes en Napoleon. Let wel: buiten Frankrijk, want uit Franse etymologische bronnen blijkt dat onze tompoes in de tijd waarover wij spreken, de tweede helft van de negentiende eeuw, in Frankrijk al ‘millefeuille’ heette. De relatie tussen de Noorse verwijzing naar Napoleon en de Nederlandse naam tompoes werd mij in Noorwegen verklaard door het verhaal dat Tom Pouce in het Frans een spotnaam voor Napoleon was. Dat leek mij niet onwaarschijnlijk, omdat Napoleon vanwege zijn geringe lengte wel spottend ‘le petit corporal’ genoemd werd, maar dat heb ik later niet kunnen verifiëren.
Volgens Franse etymologische gegevens komt het Franse woord tompouce sinds 1872 in Franse woordenboeken voor in de betekenis ‘dwerg, klein persoon’, maar het woord bestond eerder. Ik vond tom-pouce na enig surfen over Franse literaire sites in een lijst van denigrerende namen, zelfstandige naamwoorden en bijvoeglijke naamwoorden die Victor Hugo in zijn dichtbundel Châtimants uit 1853 heeft gebezigd om de vloer aan te vegen met de volgens hem geestelijke en morele dwerg Napoleon III. Een van die namen was ‘Tom-Pouce Attila’. In dezelfde bundel vergelijkt Victor Hugo Napoleon III met diens oom Napoleon Bonaparte, die hij ‘pirate empereur’ en ‘Napoléon le nain’ (‘Napoleon de dwerg’) noemt.