● Vögele achterna
Sedert de jaren tachtig is in Vlaanderen, maar ik vermoed ook in Nederland, een grotere stroomlijning van de verkoopbrief vast te stellen. Siegfried Vögele, een Duitse marketinggoeroe, blijkt de succesformule te hebben gevonden. Dankzij hem ontbreekt er in vrijwel geen enkele verkoopbrief nog een PS; hij heeft immers ‘ontdekt’ dat lezers dat altijd het eerst lezen. Een PS is dan ook de uitgelezen plaats om de lezer eventueel met een premium nog even extra onder druk te zetten om snel te reageren.
In de kabouterbrief zijn ook nog andere Vögeliaanse elementen terug te vinden. Typerend zijn bijvoorbeeld de onderstrepingen en de inspringingen. Beide geven de lezer de mogelijkheid de brief op een andere dan lineaire manier te lezen. Het zijn fixatiepunten voor de lezer die de tekst van linksboven naar rechtsonder scant, iets waarvoor de lezer volgens Vögele doorgaans niet meer dan twintig seconden de tijd neemt. Wie alleen de ingesprongen gedeelten of de onderstrepingen leest, weet waarover de brief gaat.
Bovendien zijn de alinea's erg kort gehouden, en ook dat vergemakkelijkt het globaal, verkennend lezen. De langste alinea telt vier regels, maar is over twee bladzijden verdeeld: de dubbele punt aan het einde van de pagina creëert verwachting en spanning.
Het belangrijkste kenmerk van een goede verkoopbrief is volgens Vögele zijn dialoogkarakter: via vragen en antwoorden wordt de lezer uiteindelijk verleid tot een respons. In de kabouterbrief wordt het vraag-en-antwoordspel grotendeels overgenomen door de vele gebiedendewijsvormen.
Toch zijn bepaalde adviezen van de meester niet gevolgd. Zo zijn de aanspreking, de afzender en de ‘feedback’ onpersoonlijk gehouden. Ook de snelheid waarmee de lezer moet reageren is niet gemotiveerd. De handtekening staat weliswaar in een andere (blauwe) kleur, maar is nep. De voordelen zijn vaag gehouden en niet geconcretiseerd, evenals de uitleg over het milieuvriendelijke karakter van de hakselaar - ‘op de meest ecologische manier in elkaar gestoken’: wat is dat?