Vraag & antwoord
Taaladviesdienst
● Hij bridgt/bridget
? Is het hij bridget of hij bridgt?
! We schrijven ik bridge en hij bridget, en niet ik bridg en hij bridgt. De e is (nog) nodig om het werkwoord meteen te herkennen als Engels leenwoord en om de combinatie dge goed uit te kunnen spreken (als [dzj]).
Als u een Engels werkwoord in het Nederlands wilt vervoegen, biedt de oorspronkelijke vorm van dit werkwoord een goed aanknopingspunt. To coach, to fax, to smash en to fix eindigen bijvoorbeeld niet op een e. We voegen in de Nederlandse vervoegingen dan doorgaans ook geen e toe (zij coacht, hij faxt, zij smasht en hij fixt). To bridge, to time, to tape en to pierce eindigen wel op een e; die e laten we in het Nederlands meestal staan (zij bridget, hij timet, zij tapet en hij piercet).
Een voorbeeld van een werkwoord waar in de tweede en derde persoon van de vernederlandste vorm wel een e ingevoegd wordt, hoewel die er in het oorspronkelijke werkwoord niet staat, is (het aan het Noors ontleende) skiën. In jij/hij skiet is de e onmisbaar voor een goede uitspraak. In ik ski komt geen e voor; hier is hij overbodig.
Voorbeelden van werkwoorden die in het Engels wel op een e eindigen, maar waarbij die e in de Nederlandse vervoegingen wordt weggelaten, zijn ik typ en ik leas. We schrijven daarom ook zij typt en zij least.