● Automatische stijlcontrole
En toch lijken de leesbaarheidsformules ook in Nederland weer in de belangstelling te komen. Dankzij de computer. Het nadeel van complexere leesbaarheidsformules was dat ze zoveel turf- en rekenwerk vroegen. Dat nadeel valt weg als de computer het tellen voor zijn rekening neemt. Met de introductie van automatische tekstcontrole zijn leesbaarheidsformules een tweede leven begonnen.
WordPerfect heeft het eerste Nederlandse stijlcontroleprogramma uitgebracht dat ook eenvoudige zinnen kan ontleden: Grammatik 6 (als onderdeel van WordPerfect 6.1 voor Windows). Deze schrijfhulp spoort veel d/t-fouten op en geeft bovendien allerlei stilistische aanwijzingen. Is de gemiddelde zinslengte niet te groot? Wordt een bepaald woord niet te vaak achter elkaar gebruikt? Staan er niet te veel zinnen in de lijdende vorm?
Dat klinkt goed, maar de prestaties blijven achter bij de beloften:
1 | Het stijlcontroleprogramma ontdekt slechts een deel van de fouten of problemen (‘het alarm gaat niet af’). |
2 | Het programma signaleert veel fouten die helemaal niet gemaakt zijn (‘loos alarm’). |
Deze onvoorspelbaarheid kan een gebruiker gemakkelijk in verwarring brengen. Zo laat Carel Jansen zien in Rekenen met taal (1995) dat het stijlprogramma wel spelfout 1, maar niet fout 2 herkent:
1 | Wordt jij voetballer? |
2 | Word je broer voetballer? |
De onderliggende ontleedmachinerie is blijkbaar soms wel, maar soms ook niet in staat om te herkennen wat het onderwerp is van de gegeven vraagzin. En de gebruiker die doorheeft hoe dit komt (je wordt gevolgd door een zelfstandig naamwoord broer), heeft zo'n stijlprogramma helemaal niet nodig.
Een meevaller is dat men het programma naar eigen behoefte kan in-
•
De Flesch-formule komt in verschillende programma's bij dezelfde teksten soms tot verschillende scores.
•
stellen. De gebruiker kiest uit acht mogelijkheden: alleen een spellingcontrole aangevuld met een controle van interpunctie en hoofdletters (Spelling Plus), of Snel Nakijken, Zeer Strikt, Zeer Strikt voor België, Zakelijk, Persoonlijk, Technisch/Wetenschappelijk en Commercieel.
Daarnaast kan de gebruiker zelf kiezen welke van de tachtig soorten fouten in de controle betrokken moeten worden. In een wetenschappelijke tekst zijn bijvoorbeeld lijdende vormen minder bezwaarlijk (daarin kunt u deze mogelijkheid dus uitzetten), terwijl schrijvers van voorlichtingsteksten er voorzichtig mee moeten zijn (aan laten staan, dus).
Er zijn nog wel twee tegenvallers. Ten eerste is de gekozen leesbaarheidsformule in het Nederlandse programma de bekritiseerde formule van Flesch, die in 1948 voor de Engelse taal is ontwikkeld en niet aan het Nederlands is aangepast.
Een tweede tegenvaller: uit recent onderzoek van Matthew Sydes en James Hartley is gebleken dat de Flesch-formule in verschillende programma's (Grammatik 5, Word for Windows 6) bij dezelfde teksten soms tot verschillende leesbaarheidsscores komt. De formule werkt in het ene programma dus anders dan in het andere! Wat blijkt uit een studie getiteld ‘A thorn in the Flesch: observations on the unreliability of computer-based readability formulae’? Bijvoorbeeld dit: de formule in Word 6 vat een puntkomma op als een punt en in Grammatik 5 niet. Hierdoor valt de score van de zinslengte en dus van de uiteindelijke leesbaarheid anders uit. Word 6 vindt daarom een bepaalde tekst een stuk gemakkelijker dan Grammatik 5. Vooral bij moeilijke teksten levert dit pijnlijk grote verschillen op: de absolute betrouwbaarheid van het oordeel is dus zeer gering. Wel kunt u, als u telkens hetzelfde programma gebruikt, een zekere relatieve betrouwbaarheid verwachten.
Moeten we de automatische stijlcontroleur, inclusief de leesbaarheidsformules, dan maar helemaal negeren? Zolang u zich bewust blijft van de beperkingen van deze programma's en formules, is het handig dat ze u snel wijzen op een aantal van uw stijleigenaardigheden, zoals een opmerkelijk groot aantal lijdende vormen, lange zinnen, ambtelijke of juist informele woorden. Vaar echter niet blind op de meldingen van het programma. Vertrouw meer op uw eigen kennis van de tekstsoort en het publiek (bijvoorbeeld ‘In deze formele tekst voor dit publiek kan de lijdende vorm een bruikbaar middel zijn’) en op het oordeel van andere lezers. De menselijke stijlcontrole is nog onovertroffen.