● Wat is mooi?
Mag dan werkelijk alles? Zo dol zijn de kruisingwoorden ook weer niet. De strengste beperking is wel dat de volgorde van de onderdelen niet veranderd mag worden. Bijvoorbeeld, het laatste deel van een bronwoord kan niet functioneren als het eerste deel van het kruisingwoord: *zikprui (perZIK-PRUIm) is onbestaanbaar! Je zou dus kunnen zeggen dat de onderdelen van kruisingwoorden elkaar niet mogen kruisen.
Wat maakt een kruisingwoord mooi? Deze vraag naar de esthetiek is misschien wel het boeiendst. Zelf vind ik industributie en semigreren bijvoorbeeld veel mooier dan fniets en voetser. Eerst was die voorkeur primair en onredelijk, maar nu denk ik dat die samenhangt met de omvang van de stukjes van beide bronwoorden: hoe groter die zijn, hoe beter. Dat geldt in nog sterkere mate voor wat ik nu maar het overloopdeel van het kruisingwoord zal noemen, dat is het stukje dat beide bronwoorden gemeenschappelijk hebben, zoals du/istri in industributie én emi in semigreren. In deze woorden is het overloopdeel niet alleen lang, het staat ook in het midden, tussen de resten van beide bronwoorden in.
Alle inzenders hartelijk dank voor hun reacties.