ie. De woorden ijs, tijd en zijn worden in bepaalde gebieden van Nederland uitgesproken als ies, tied en zien. Op dezelfde manier kan er naast Tijs ook Ties voorkomen. Maar ook kunnen mensen in het ij-gebied op hun beurt van namen als Liesbeth of Liesje en Marie weer Lijsbet, Lijsje en Marij maken of, om de zaak nog ingewikkelder te maken, de mensen uit het iegebied vinden de klank ij deftiger en maken daarom van Marieke de vorm Marijke. Verder is de dialectinvloed te merken in het gebruik van verkleinvormen van namen. Verkleinwoorden worden in de dialecten namelijk met verschillende achtervoegsels gevormd: -tje, -ien, -ie en -ke, om er maar een paar te noemen. Deze verscheidenheid levert weer varianten op als Jantje, Janke en Jantien, Dientje, Dienie en Dieneke en Annechien, Ankje en Annigje.
Tegenwoordig krijgt de variatie een sterke impuls door het ontlenen van namen uit andere talen; denk aan Chantal, Jeffrey, Kim, Niels en Bianca. Deze verrijking van de voornamenschat is echter van een andere orde, omdat het hier eerder gaat om vernieuwing dan om variatie. Nu ouders zich niet langer tot vernoeming verplicht voelen, is de creativiteit in naamgeving veranderd van ‘variatie op een thema’ in een zoektocht naar een mooie naam. Dat ouders hun blik daarbij over de grens richten, levert een onuitputtelijke bron van vernieuwing op.