● Studenten Nederlands
‘De Abel-Tasmanherdenking was de directe aanleiding tot het instellen van een lectoraat Neerlandistiek’, vertelt Kees Snoek, sinds maart 1992 als hoogleraar Nederlands verbonden aan de vakgroep Germaanse talen en letterkunde van de universiteit van Auckland. Snoek heeft een groep van 33 eerste- en een groep van 18 tweedejaarsstudenten. Vooral onder de groep eerstejaarsstudenten bevinden zich veel kinderen van immigranten. Zij beheersen de taal slecht. De moeilijkheidsgraad blijkt zo hoog te zijn dat 25% van de eerstejaarsstudenten om die reden tussentijds is afgehaakt. De 18 tweedejaarsstudenten hebben meestal het Nederlands als moedertaal en zijn met hun ouders in de jaren zeventig en tachtig naar Nieuw-Zeeland geëmigreerd.
Daarnaast willen ook Nieuwzeelanders die met een Nederlander of Nederlandse getrouwd zijn op deze manier toegang krijgen tot de Nederlandse cultuur. Ook komen er studenten ‘Indonesian Studies’ bij Snoek in de klas. Zij hebben de Nederlandse taal nogal eens nodig om bronnenonderzoek te verrichten. Allemaal leren ze Nederlands uit het boek Levend Nederlands.
Het eerstejaarsprogramma bestaat uit driemaal vijftig minuten college per week en is vooral gericht op taalverwerving. De tweedejaarsstudenten krijgen daarnaast ook teksten uit kranten en boeken voorgelegd, bijvoorbeeld uit de weekeditie van NRC Handelsblad, waarop Snoek een abonnement heeft. Ook besteedt hij aandacht aan eenvoudig literair werk en verzorgt hij een cursus cultuurgeschiedenis, waardoor studenten op facultatieve basis kennis kunnen nemen van het hedendaagse Nederland en zijn koloniale geschiedenis.
‘Na twee jaar zit het er dan op,’ zegt Snoek, ‘een volledige bovenbouwstudie Nederlands is er in Auckland niet.’ Van de Germaanse talen die in Auckland gedoceerd worden, is alleen het Duits een bovenbouwstudie die opleidt tot het zogenoemde ‘Master's Degree’.
Cursussen Nederlands worden ook gegeven in Nieuw-Zeeland. Het systeem van de ‘continuing education’ is vergelijkbaar met dat van de Nederlandse volksuniversiteiten. Liesbeth Sies-de Steur geeft avondcursussen Nederlands aan volwassenen en kinderen van immigranten. In Christchurch zijn geen Nederlandse studieboeken of woordenboeken te krijgen. Liesbeth deelt stencils uit en stelt zelf syllabi samen aan de hand van haar eigen, verouderde studieboeken, de boeken van H. Koolhoven, Teach yourself Dutch, en W. Shetter, Introduction to Dutch.
Ter gelegenheid van de Abel-Tasmanherdenking heeft Snoek van het Ministerie van Buitenlandse Zaken een eenmalige subsidie van 20.000 gulden ontvangen voor het opzetten van een Nederlandstalige bibliotheek. Een belangrijke bijdrage aan Snoeks bibliotheek is geleverd door het museum ‘Kinderboek Cultuurbezit’ uit het Groningse Winsum. De 500 jeugdboeken die Snoek van het museum heeft ontvangen, bevatten onder meer boeken uit Jaap ter Haars serie Saskia en Jeroen, boeken van Cissy van Marxveldt, en C. Joh. Kieviets verhalen over het leven van Dik Trom. Deze 500 boeken vormen een belangrijke bijdrage aan de verzameling Nederlandstalige jeugdboeken in de Nieuwzeelandse bibliotheken. Een