Het Juryrapport
De bekommernis om de kwaliteit van eigen en andermans taalgebruik loopt als een rode draad door Komrijs werk. Hij kant zich fel tegen de breed om zich heen grijpende ‘taalvervuiling’, zonder zich vooralsnog een purist te willen noemen. Bescheiden merkt hij op: ‘Hoewel ik bij vlagen onberispelijk schrijf ben ik, wat het gebruik van de Nederlandse taal betreft, geen purist’, om daar later aan toe te voegen ‘Het schrijven van foutloos Nederlands biedt geen enkele garantie dat de lezer wakker blijft.’ Gelukkig biedt de heer Komrij die garantie wel. Als geen ander demonstreert hij steeds opnieuw de vitaliteit van de taal, de zeggingskracht van het welgekozen woord en de weldadige werking van een heldere stijl. ‘Ik wik en weeg mijn woorden’, ‘ik polijst mijn zinnen en elke avond val ik, uitgeput van het poetsen en wrijven, in bed’, bekende hij ooit.
De heer Komrij heeft door de jaren de grenzen van de Nederlandse taal op allerlei manieren verkend en verlegd. Op speelse wijze wijdde hij zich aan allerlei lexicale experimenten (‘Het laboratorium van het woord’, ‘Reis door het alfabet’, ‘Opperlanderigheden’). Hij introduceerde nieuwe woorden en uitdrukkingen, lanceerde tal van aforismen, herstelde in onbruik geraakte woorden in ere (onder meer falderappes, morsebel, ossekerelingsgewijze, rinkelbom, zwatelen), bestreed barbarismen (zoals copywriter, privacy, low profile), leverde alternatieve woordomschrijvingen en gaf gevleugelde woorden van dichters en denkers een hedendaagse toepassing of variant. Het voert te ver hier in dit juryrapport uitputtend bij stil te staan. Ik kies daarom slechts enkele sprekende voorbeelden.
Aforismen:
• | Er is geen remedie tegen de rotzooi. |
• | Waar onverschilligheid heerst komt het altijd tot bloedvergieten. |
• | We leven in een decadente tijd, maar zijn te dom om ervan te genieten. |
• | Wie scheldt en vloekt zal nooit een maagzweer krijgen. |
• | Wie zekerheid zoekt moet zich niet tot de kunst wenden. |
Alternatieve woorden en omschrijvingen:
• | copy-writer: kretenmetselaar; hoerige leuzenboetseerder; flexibele tekstfabrikant; verbale orenaannaaier; |
• | radicale feministes: de onwelriekende gleuvenbrigade [N.B. Was een verbindingsstreepje hier niet op zijn plaats geweest?]; |
• | tennis: de kunst om, staande op fijngemalen dakpannen, een bal over een grofgehaakt lapje te slaan, met zo weinig mogelijk spelregels, zodat ook de hogere standen het nog kunnen volgen; |
• | welzijnswerk: betaalde naastenliefde in dienst van een hoger doel; gesubsidieerde burenhulp naar een anti-kapitalistisch draaiboek; |
• | welzijnswerker: ribfluwelen rakker, klaar-over van de democratie, reinheidsapostel van het verbod. |
Nieuwe woorden:
• | adamstrompet (instrument van de petomaan) |
• | antimakassarmalaria (gehaakte-kleedjesziekte, zie ook: tapijtgriep) |
• | bewelzijnen (activiteit van de sociaal werker) |
• | piepgroep (praatgroep voor muizevrouwtjes) |
• | staatssecretaresse (vrouwelijke staatssecretaris) |
• | tapijtgriep (infectie van het interieur door oosterse tapijtjes die koorts, moeheid, hoofdpijn, enz. veroorzaakt) |
• | tinnef-taks (alternatieve milieubelasting voor cultuur-vervuilers) |
• | treurbuis (ook jammerkast: televisie) |
• | zandbakkerig (alkoverig, knus) |
• | zigeuneritis (twee- of drieweekse zwerfzucht: door vakantie!-prikkel geconditioneerde aanval van nomadische reislust per woonwagen) |
• | ziekenfondsproza (modern Nederlands proza) |
Variaties op gevleugelde woorden:
• | Amerika: land van de Rijzende Dollar waar de Spion nooit ondergaat en dat zich als een gordel van afluisterapparatuur slingert tussen de bad guy en de bad guy in spe. |
• | Beter een half uur gelukkig in de zwaveldamp dan tien jaar maf in een antiseptisch educatie-park. |
• | Yin, Yang en Yen, deze drie; doch de meeste van deze is de Yen. |
SLOTSOM
De heer Komrij is meer dan een producent van welgevormde eendagsvliegen. De thematisch gegroepeerde keuzes uit de columns, aangevuld met uitgebreidere beschouwingen, laten zich lezen als vervolgverhalen waarin hij zich openhartig en principieel uitspreekt over onderwerpen die hem ter harte gaan. Behalve een kritische chroniqueur van de actualiteit is hij een prikkelend essayist over onder meer taal, kunst, kunstkritiek, cultuur, literatuur en homoseksualiteit.
Als propagandist van het levend en leesbaar Nederlands heeft hij de eerste Klare-Taalpenning ten volle verdiend. We hopen dat hij daarin de aanmoediging herkent die zij in al haar bescheidenheid hoopt te zijn, en dat hij de Nederlandse taal en cultuur de komende jaren zal blijven verrijken met juwelen uit zijn schrijfkoker en vegen uit zijn hersenpan.
Namens de commissie Klare-Taalpenning i.o.