● Betekenis verschoven
De verschillen in benadering van de twee geïnterviewden zijn karakteristiek voor de betekenis en het gebruik van het woord taboe in die tijd: het doorbreken van een taboe was voorbehouden aan kunstenaars en schrijvers. De indruk bestaat dat daar de laatste tien jaar verandering in is gekomen. Wie Nederlandse kranten opslaat uit 1984 en leest wat er indertijd geschreven werd over het optreden van minister Onno Ruding, kan het verschil zien. Er werd een taboe doorbroken toen de minister zei: ‘Werklozen doen onvoldoende moeite een baan te zoeken’, met de toevoeging dat ze liever bij tante Truus bleven zitten. Velen vielen hem aan: ‘Ik vind het een smeerlap’, schreef Stoker in de Volkskrant. Er ontstond een ‘Tante Truus-affaire’.
Waarom verdedigde Ruding zich niet met te wijzen op het taboe dat hij had doorbroken? Wie nu gezag draagt of tot het establishment behoort, doet het anders. Impopulaire maatregelen, om het even of ze van links of rechts komen, gaan steevast vergezeld van een ernstig gezicht dat de deugd van openheid uitstraalt en uitspreekt dat wij ermee gediend zijn ‘om de zaak niet onder tafel te houden’, maar om, jawel, het taboe dat rust op het ter sprake brengen van misbruik door bepaalde groeperingen te doorbreken. Vandaar onze maatregelen. Dat in de jaren negentig Van Riels latere geestverwant Bolkestein zou gaan zeggen dat taboes doorbroken moeten worden, was vanuit de toenmalige gebruikswaarde van het woord ondenkbaar. Ook al had Van Riel gelijksoortige opvattingen gehuldigd over de plaats van allochtonen in de samenleving, hij zou vermoedelijk andere woorden gekozen hebben.
‘Ook een begrijpelijk taboe is een taboe’, schreef Heldring in zijn krant, waarmee hij te kennen gaf hoe negatief de gevoelswaarde van het woord is. De positieve lading die het doorbreken van een taboe vroeger in be-