Afzwakkend
Door hoor toe te voegen, kan een antwoord worden afgezwakt of omgebogen. Er wordt ja gezegd maar nee bedoeld; een vooral door kinderen (maar soms ook door ouderen!) gebruikte taaltruc.
A: Kom je vanavond nu eens op tijd thuis?
B: Ja, hoor.
B is helemaal niet van plan om op tijd thuis te komen, maar weet dat nee een discussie oproept, en zegt dus via een omweg nee. De intonatie is duidelijk vlakker dan bij de andere ja-hoor-antwoorden.
Naast bovengenoemde vormen komt hoor ook in zinnen voor waarmee niet direct op een andere uiting wordt gereageerd. Vaak blijft een herleiding naar een van de vijf bovengenoemde groepen mogelijk. Een vraag hoeft niet altijd te worden uitgesproken. Men kan ook antwoorden op een niet-gestelde vraag of er kan een (soms zeer grote) pauze zijn tussen een vraag of opmerking en het antwoord:
A: Ik vind het vrij kil. Ik zal de verwarming eens even aanzetten. (anderhalf uur later)
B: Het wordt hier nu toch wel erg warm, hoor. (correctie)
Een voorbeeld van een niet-gestelde vraag doet zich voor als A heeft gekookt, het eten heeft opgediend en de partner verwachtingsvol aankijkt. B: Je hebt lekker gekookt, hoor. (geruststellend)
Naast de hier beschreven varianten komen nog andere hoor-vormen voor. Het was dan ook niet mijn bedoeling een compleet overzicht te geven, maar eerder een aanzet tot verdere discussie.