Onze Taal. Jaargang 59
(1990)– [tijdschrift] Onze Taal– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 248]
| |
PCUdB■ Een vraag van H. Ehrhardt te Leeuwarden: ‘Weet u misschien ook of de uitdrukking een grootalsjeblieft voor een deftige partij een regionale of een ouderwetse ABN-uitdrukking is?’ ■ Het antwoord van mijn kant luidt neen. ■ Daarbij zou ik het kunnen laten, natuurlijk, eventueel onder toevoeging dat alle door mij geraadpleegde woordenboeken, waaronder het Woordenboek der Nederlandsche Taal, dit woord niet kennen, laat staan mededelingen doen over ouderdom of geografische spreiding. ■ Maar wat ik aan de heer Ehrhardt wil vragen: in welke kringen pleegt of placht men grootalsjeblieften te berde te brengen? Een grootdankuwel naar uw kant zal u ten deel vallen als u hierover uitsluitsel kunt geven. ■ En wat is precies een deftige partij? Is dat de VVD of is het een feest door een gerenommeerd VVD'er te Leeuwarden gegeven (Wiegel dus)? Ook hierover gaarne opheldering. ■ Over het Woordenboek der Nederlandsche Taal gesproken: dit boek is nog net niet ver genoeg gevorderd om te kunnen ontdekken of het woord wereldwijd al lang bestaat en of het ook echt een anglicisme is. Als de nieuwsdienst meldt dat er wereldwijd bij een bepaald bedrijf ontslagen zullen vallen, dan roept dat bij mij een irritatie op die niet alleen uit de mededeling zelf kan worden verklaard. Maar misschien is die irritatie wel hoogst particulier. Nog even afwachten wat het WNT zal brengen. ■ Mevrouw Maaike Dommisse meldt een neologisme: ingehoesd. In een krantebericht uit de Oost Arnhem Bode (de rubriek over plantenverzorging, geschreven door ‘Clematis’) staat: ‘Laat takken eerst minstens 4 uur ingehoesd in het water staan voordat u ze verder verwerkt.’ Waarschijnlijk betekent dit zoveel als ‘in cellofaan verpakt’, maar zeker weten doe je het nooit. ■ F.O. Blom uit Amsterdam schrijft: ‘Kamerleden op toernee in Amsterdam beleven nog eens wat. Zo lieten zij zich vrijdag 28 september jl. door Amsterdammers van velerlei kunne begeleiden.’ Inderdaad, het staat in Het Parool van 29 september: ‘Met name het initiatief om kamerleden nu eens niet door die eeuwige ambtenaren en bestuurders te laten begeleiden, maar door Amsterdammers van velerlei kunne, viel in goede aarde.’ ■ Amsterdam is veelslachtelijker opgezet dan wij denken, dames, heren en leden van overige kunnen. ■ En nu eens een vraag die ik tot mijn vreugde wél kan beantwoorden. Abr. Heringa uit Usselo informeert hoe het zit met ‘het telefoontje in je arm als je je elleboog stoot’. Hoe heette dit verschijnsel, vervolgt Abr. Heringa, toen er nog geen telefoon was? ■ Dit verschijnsel heette weduwnaarspijn (een pijn waarvan men veronderstelde dat die hevig, maar zeer kortdurend was), en heel toepasselijk heette het thans telefoonbotje genoemde lichaamsdeel destijds weduwnaarsbotje. ■ Nu moet men mij ook weer niet te veel vragen. ■ Zijn er meer van dat soort aanduidingen, vraagt dezelfde Abr. Heringa. ■ Waarschijnlijk zijn die er heel wat. Ik veronderstel dat bijvoorbeeld tennisarmen en voetbalknieën reeds bestonden voordat de sporten werden beoefend die hun naam aan deze ongemakken hebben gegeven. Maar er is geen duidelijkheid over de toenmalige namen. ■ Terug naar het verschijnsel daarom = toch, dat in vorige nummers al enigszins uitvoerig werd besproken. ■ Ook nu blijkt er weer minder nieuws onder de zon dan ik veronderstelde: oudere versies van Van Dale geven onder daarom (3): ‘ik weet dat het niet goed is maar ik kan het daarom niet laten’. Een lezer uit Heiloo meldt mij dit, en voegt daaraan toe dat ook in dialecten daarom in de genoemde betekenis bestaat. ■ Alsof dat nog niet genoeg is, stuurt prof. Sassen uit Haren mij twee overdrukjes van artikelen van circa twintig jaar geleden waarin de constructie ook al aan de orde komt. ■ En ik maar denken dat de ellende bij de Ster-reclame begonnen was. ■ Nee hoor, niets nieuws onder de zon, niets nieuws onder de sterren. Maar daarom ben ik de beide informanten niet minder dankbaar. |
|