Van kapitaal belang
P.A.J. Wels - hogeschooldocent Nederlands/Taalbeheersing te Sittard
‘Redelijkheid, soepelheid en helderheid zijn ook van de nieuwe Schrijfwijzer de basiskwaliteiten’ aldus J. Mönnink in zijn bespreking in het juni-nummer van dit blad (blz. 105). Tallozen zullen hem bijvallen in dit oordeel, en terecht. De Schrijfwijzer bestaat nu ruim een decennium en heeft een vaste plaats verworven op de schrijftafels hier te lande.
De nieuwe Schrijfwijzer geeft op een groot aantal punten aan hoe het hoort. Een deel van de adviezen is gebaseerd op onderzoek, maar soms komt Renkema ook met voorstellen voor een bepaalde taalbeslissing, die niet teruggaan op onderzoek. Zijn hoofdletteradviezen behoren tot die tweede categorie. Renkema propageert voor titels van publikaties en namen van wetten een hoofdletterbeleid dat de ontwikkelingen van de laatste veertig jaar miskent. Als we de Schrijfwijzer volgen, dreigt een enorme toevloed van kapitalen. Willen we dat wel?
Het uitgangspunt van het Groene Boekje is: beperk het gebruik van hoofdletters zo veel mogelijk, omdat ‘overdadig gebruik van hoofdletters de tekst onrustig maakt’ (blz. LXVIII). Dit uitgangspunt geeft helaas weinig houvast in concrete gevallen.
In zulke gevallen grijpt de scribent die zekerheid wil naar de nieuwe Schrijfwijzer. Op blz. 150 leest hij dat er voor titels van publikaties en voor namen van wetten twee conventies zijn. De eerste houdt in dat men zo min mogelijk hoofdletters gebruikt: alleen bij het eerste woord en bij eigennamen. De tweede conventie is aan het Engels ontleend en leidt juist tot zo veel mogelijk hoofdletters: behalve het eerste woord krijgt elk zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord, werkwoord, bijwoord en telwoord een hoofdletter.
Deze tweede conventie zou, aldus Renkema, in opmars zijn. Voor namen van kranten en tijdschriften beveelt hij aan de schrijfwijze te volgen die de redacties van deze bladen zelf hanteren. Bij titels van publikaties kan men echter het best ‘de algemene regel’ volgen: het eerste woord met een hoofdletter, evenals elk zelfstandig en bijvoeglijk naamwoord, werkwoord, bijwoord en telwoord. De Engelse conventie dus.