niet alleen met unieke namen ingericht, maar ook volgens een tot in de finesses doordacht systeem. De bezoeker die hier goed oplet, moet de vraag bij het eerste bezoek na de verhuizing ‘Konden jullie het makkelijk vinden?’ volmondig bevestigend kunnen beantwoorden.
Rokkeveen is de trots van Hoving. ‘Daar hebben we heel bijzondere namen, die je waarschijnlijk nergens anders in Nederland vindt.’
Het stratenplan van Rokkeveen is ingevuld met (edel)stenen, meisjesnamen, wereldverbeteraars en kleuren. Een Houtbuurt is nog in ontwikkeling. De straatnamenlijst van de Kleurenbuurt leest als de aanbieding van een verffabriek: Donaublauw, Gravelrood, Meekrapbruin, Flessegroen, Ambergeel, Ivoorwit.
Niet elke kleur was geschikt: ‘Briljantgeel - prachtige naam, maar je krijgt daar ook een Edelstenenbuurt, waar wel Briljant in voor zal komen, dus die moet je er uithalen. Zo ga je dus selecteren. Legergroen, dat is niet doorgegaan. Luchtmachtgrijs ook niet. Daar waren bezwaren tegen. Marineblauw heeft het wel gehaald.’
Elke kleur heeft een eigen gebied. Hoving leest met onverholen enthousiasme lijsten namen voor: ‘Bronsgroen, Cypresgroen, Lentegroen, Zaansgroen... Ambergeel, Barietgeel, Cadmiumgeel... En we hebben ook bruin: Siënabruin, Sepiabruin...’ Tussen het witte en het gele gebied loopt de Witgeellaan, tussen het gele en het groene gebied de Geelgroenlaan. Toegangswegen heten Kleurlaan, Tintlaan en Pastellaan; langs het kleurengebied lopen de Palet- en de Spectrumsingel; overblijvende ruimte is opgevuld met paden: het Lakpad, het Hoogglanspad, het Zijdeglanspad - ‘om ook een beetje bij de kleuren te blijven’.
Toch waren mooie namen geen doel op zichzelf. Hoving: ‘De commissie is er niet op uit om mooie namen te verzinnen. Herkenbaarheid is het eerste waarover gesproken wordt. Maar als u het mij vraagt, ik vind het wel mooi, ja. “Ik woon op Hemelsblauw nummer 23” - bijvoorbeeld. Dat is toch prachtig?’
In een andere buurt van Rokkeveen dragen de straten meisjesnamen. Wie het kleurensysteem bestudeerd heeft, zal vermoeden dat de Moeder Theresasingel niet toevallig uitkomt op de Meisjessingel en zo meisjes en wereldverbeteraars verbindt. De meisjesnamen eindigen op gang: Elviragang, Mariskagang, Xantippegang. Waarom gang? ‘Dat is de bepaalde loop die een vrouw heeft’, aldus Hoving. ‘We hadden ze ook tred kunnen noemen.’
De edelstenen hebben geen achtervoegsel. Hoving: ‘Aquamarijnlaan gaat nog wel, maar Aquamarijnstraat haalt het toch weer een beetje naar beneden. “Ik woon aan de Aquamarijn”, dat is toch mooi?’