Nederlandse oldtimers
Hierna begint de eigenlijke woordenlijst. Het aantal trefwoorden (± 3000) is veel groter dan in bestaande woordenboeken, zoals de grote Van Dale of Koenen, aan Engelse leenwoorden gevonden wordt. Ieder trefwoord wordt gevolgd door de uitspraak, de letterlijke vertaling en de betekenisomschrijving. Volgens de auteurs is het boekje nadrukkelijk geen Engels-Nederlands woordenboek: er worden in eerste instantie betekenissen gegeven die in Nederland door Nederlanders onderling gebruikt worden.
Het boek zou naar mijn mening aan waarde gewonnen hebben als de aanpak contrastief was geweest: het verschil tussen de Engelse en de Nederlandse betekenis had beschreven moeten worden. Onder oldtimer wordt nu vermeld: 1. antieke auto. 2. iem. of iets die/dat al zeer lang meegaat. In het Engels komt alleen de tweede betekenis voor. Dit is voor Nederlanders interessante informatie.
Ik heb een aantal bezwaren tegen de trefwoordkeuze. Om te beginnen wordt deze nergens verantwoord. Hoewel het aantal trefwoorden, als gezegd, groter is dan in andere woordenboeken, ontbreken er ook woorden die wel in andere woordenboeken vermeld staan, zoals onder de B: backen, backer, backservice, backset, barn, batman, batsman (grote Van Dale), backing, backservice, barn, basket (Van Dale Hedendaags Nederlands), backgammon, backlist, backservice, baggy (Koenen). Waarom zijn deze woorden niet opgenomen?
Bij de trefwoordkeuze kunnen twee criteria gegolden hebben: het streven naar het geven van een volledig overzicht van Engelse woorden in het Nederlands (onafhankelijk van ouderdom of ingeburgerdheid), of het geven van alleen moderne Engelse leenwoorden. Het voorwoord suggereert dat het laatste criterium is gehanteerd (‘Tegenwoordig is er veel Engels te vinden in de reclame, het bedrijfsleven, de politiek’ en ‘Vrijwel iedereen komt in de krant, op tv of op zijn werk wel eens Engelse woorden tegen die hij niet helemaal kan thuisbrengen’). Maar waarom zijn dan ingeburgerde woorden (die vaak niet eens meer als Engelse leenwoorden worden herkend) als bacon, bumper, film, rosbief, sport opgenomen, terwijl even ingeburgerde woorden als biefstuk, bietsen, fiksen, trein, voetbal ontbreken? Wat is de reden voor opname van merknamen als jeep, pampers, nylon en van afkortingen als NATO, COMECON, NUFFIC? Het boek zou aan waarde gewonnen hebben als een duidelijke keuze was gemaakt waarbij alleen moderne leenwoorden opgenomen waren.