Vraag en antwoord
Beide(n), vele(n), alle(n), enz.
Redactie Onze Taal
Vraag: Hoe zit het precies met de uitgangs-n in woorden als velen en sommigen? Wanneer gebruik je die wel en wanneer niet? Ik heb wel eens gehoord dat het te maken heeft met het onderscheid tussen personen en zaken.
Antwoord: U hebt in zoverre gelijk dat bij verwijzingen naar zaken geen -n komt achter tel- en voornaamwoorden zoals sommige, enkele, vele, meerdere, de meeste, alle, weinige, beide, eerste, laatste, andere, onze, hunne, uwe, enz.
- | Vele van de stoelen hadden kapotte zittingen |
- | Er lagen honderden flessen op het strand. Sommige bevatten een brief. |
Wanneer deze woorden op personen betrekking hebben, ligt de zaak echter ingewikkelder. De Algemene Nederlandse Spraakkunst geeft de volgende regel: ‘Als ze zelfstandig gebruikt personen aanduiden met buitentekstelijke verwijzing, krijgen die woorden die op een -n kunnen eindigen, de n- vorm.’ (blz. 274) Daar hebt u dus niet zo veel aan. De taalgids Twijfelgevallen Nederlands is iets minder technisch door de slot-n alleen te koppelen aan zelfstandig gebruik: ‘Zelfstandig gebruikt zijn zulke woorden, wanneer er geen zelfstandig naamwoord achter staat en er uit het zinsverband ook niet achter geplaatst of gedacht kan worden’ (blz. 72). Ook deze formulering munt echter niet uit door duidelijkheid.
Er lijken drie situaties te zijn:
1. Zelfstandig gebruik: verwijzend naar personen buiten de tekst. Voorbeelden:
- | Hoe laat komen de anderen? |
- | Velen woonden de uitvaart van Strauss bij. |
- | De onzen hadden moeten winnen. |
In deze gevallen staat er geen zelfstandig naamwoord in de zin, waarop het voornaamwoord of telwoord betrekking kan hebben of dat ‘erachter gedacht kan worden’. Deze voornaamwoorden krijgen altijd een slot-n als ze naar personen verwijzen.
2. Verwijzend naar een zelfstandig naamwoord in dezelfde zin. Voorbeelden:
- | Er waren duizenden demonstranten, waaronder vele in uniform. |
- | Sommige van de demonstranten droegen bivakmutsen. |
Het eerste voorbeeld kan opgevat worden als een samentrekking, waarbij het tweede ‘demonstranten’ is weggevallen en derhalve zonder bezwaar achter vele ingevuld kan worden. In het tweede geval geeft de van-bepaling een nadere specificatie van de bedoelde groep; ‘sommige van de demonstranten’ is hetzelfde als ‘sommige demonstranten’. In deze gevallen wordt ook geen slot-n geschreven.
3. Verwijzend naar een zelfstandig naamwoord in een andere zin. Voorbeelden:
- | Er waren duizenden demonstranten. Velen waren in uniform. |
- | De demonstranten drongen de ambassade binnen. Enkelen schreeuwden leuzen. |
De verwijzing is hier weliswaar ‘binnentekstueel’, maar over de zinsgrens heen. Hoewel de situatie hier onduidelijk is, raden we aan deze gevallen op te vatten als ‘buitentekstuele’ verwijzingen, en ze met een slot-n te schrijven.
Om het nog moeilijker te maken, noemen we nog een tussenvorm van 2 en 3: hoofdzinnen die gescheiden worden door een puntkomma of dubbele punt. Ook in deze gevallen raden we aan een slot-n te schrijven, omdat deze leestekens in dit soort zinnen meestal door een punt vervangen kunnen worden. Neem de twee bovenstaande voorbeelden; hier had ook zonder bezwaar een puntkomma tussen kunnen staan. Dus:
- | Tientallen taalkundigen waren het met deze voorstellen eens; sommigen waren een andere mening toegedaan. |
Samenvattend luidt ons advies: schrijf een -n achter telwoorden zoals vele en sommige en voornaamwoorden als andere, degene en onze wanneer deze woorden:
a) | naar personen verwijzen en |
b) | zelfstandig gebruikt worden en |
c) | niet betrekking hebben op een zelfstandig naamwoord in dezelfde hoofdzin. |
Laat in andere gevallen de slot-n weg.