Onze Taal. Jaargang 57
(1988)– [tijdschrift] Onze Taal– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 120]
| |
PCUdB■ Twee neologismen worden mij aangereikt door mevrouw Irene Dikkers uit Waalre. ■ Het eerste is het woord inleunen. ■ Ik weet niet hoe het u, lezer(es), vergaat, maar in eerste instantie wil ik niet weten wat zo'n woord betekent, gebiologeerd als ik ben door de vraag wat het zou kùnnen betekenen. In dit geval denk ik bij inleunen direct aan iemand die met borstkas of schouders tegen de onderste rand van een opening in een holle ruimte leunt en hals en hoofd in die ruimte steekt. Voorwaarde voor een goed inleunen is natuurlijk dat dit geheel ontspannen gebeurt, en zo niet met expliciete toestemming, dan toch wel met nauwelijks verhuld enthousiasme van de persoon of personen die al dan niet rechtmatig in de holle ruimte in kwestie vertoeft of vertoeven. ■ Voor ik verder ga, moet me even dit van het hart: het frustrerende van het maken van goede woordenboekdefinities is dat je altijd wel iets vergeet: er bestaat ook een inleunen in holle ruimtes die geheel onbewoond zijn en in dat geval moet het bovengenoemde enthousiasme niet worden toegeschreven aan de in- maar aan de omwonenden van de ingeleunde ruimte. ■ En nog even een terzijde: uiteraard kan inleunen ook als metafoor gebruikt worden: mijn buurman kwam bij mij inleunen kan bijvoorbeeld betekenen dat hij ongevraagde maar niet onwelkome adviezen gaf over de afwikkeling van mijn belastingaangifte. ■ Goed, dat weten we nu allemaal, althans dat denken we te weten. ■ Maar nu het inleunen van mevrouw Dikkers, of liever van Ad Witlox, want de Waalrese lezeres baseert haar observatie op een artikel van bovengenoemde scribent in het tijdschrift Senior (tijdschrift voor het ouderenwerk in Nederland en Vlaanderen). ■ Het wil zoveel zeggen als, en hier citeer ik Ad Witlox: het omzetten van bejaardenoordplaatsen in aanleunwoningen, maar dan in het bejaardenoord. Wat zijn dan aanleunwoningen, vraagt men zich af. Antwoord: gewoon inleunwoningen, zoals uit de rest van het artikel blijkt, dat ik overigens niet in extenso met u ga doornemen. ■ Al met al, wij als lezers die ons de moeite getroostten ons iets voor te stellen bij inleunen, zien ons mooi bij de neus genomen. Mevrouw Dikkers geeft als commentaar dat het woord inleunen niet alleen niet mooi is, maar ook zonder enig tekenoog bedacht. Met het laatste ben ik het eens, met het eerste niet, want als we voortaan inleunen in de door ons ontworpen betekenis gebruiken, is hier zeker sprake van een verrijking van onze taal. ■ Hoe dan ook, het wordt tijd om bij de wet vast te stellen dat het verboden dient te zijn, om zomaar woorden te ontwerpen als men niet over de nodige visuele verbeeldingskracht beschikt. ■ Wat heeft bijvoorbeeld de verkeersbordenmaker in Zwolle bezield toen hij of zij, in plaats van het gebruikelijke ‘korte in-voegstrook’, korte invoeger als waarschuwing aan de Zwolse weggebruiker meegaf? Ik weet niet of men elders in het land ook zo experimenteel met dit soort berichten omgaat. Het excuus kan natuurlijk zijn dat invoeger inderdaad korter is dan invoegstrook. Maar is korte invoeg niet nòg korter en op de een of andere manier taalkundig plausibeler? Ik hoor het al, u weet het ook niet. Soit. ■ Intussen heeft mevrouw Dikkers nog een nieuw woord voor ons in petto, zoals we u aan het begin van dit schrijven al mededeelden. Het gaat om het woord aftesten, gehoord in een tv-programma van Frits Bom. De betekenis hiervan is niet iemand aftastend testen, maar iemand aan een psychologische test onderwerpen en hem vervolgens afwijzen. Mevrouw Dikkers vraagt hoe wij hier over denken. ■ Om de waarheid te zeggen, ik zie er wel iets in. Er wordt zoveel geklaagd over het zinloos gebruik van voorvoegsels bij werkwoorden. Ik kan me voorstellen dat aan deze klacht van lettergreepverspilling tegemoetgekomen wordt als we voortaan uitproberen zouden gebruiken in de betekenis van proberen en vervolgens uithuilen, en uithuilen in de betekenis van huilen en vervolgens uitlachen. Natuurlijk, het zijn maar wat kleine suggesties, maar wellicht kunt u er uw voordeel mee doen. |
|