Onze Taal. Jaargang 57
(1988)– [tijdschrift] Onze Taal– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 100]
| |
PCUdB■ Waarom wordt accessoires in het Nederlands als asseswares en niet als akseswares uitgesproken? Eigenlijk is de vraagstelling onjuist. Accessoires wordt in het Nederlands officieel wel degelijk als akseswares uitgesproken, maar niemand schijnt dit te weten op een enkele taalfanatiekeling na, die dan ook prompt lezer van Onze Taal blijkt te zijn. ■ Maar ja, waarom? We zeggen toch ook niet veel suusses tegen iemand die zich moet laten vassineren? En de Fransman/Française kunnen we de schuld ook niet geven, want hij/zij spreekt de toebehorigheden uit zoals het behoort. ■ Een raadsel derhalve, en des te mysterieuzer omdat dit bij mijn weten het enige geval van echt onverklaarbare uitspraakafwijking in het Nederlands is. ■ Zijn er lezers die menen er wel een plausibele verklaring voor te hebben (plausibel wil in dit geval onder andere zeggen dat de argumenten ook op andere voorbeelden van toepassing zijn) dan zie ik gaarne hun reassie tegemoet. ■ Voiroir, een oplossing zou een oirdevolle bijdrage zijn aan het inzicht in de mechanismen van de taal. ■ Een anonieme lezer uit Toorak (Australië) schrijft de volgende brief: Ik weet waar Winnetka ligt! Ik heb de heer Van Doesburg derhalve geschreven dat hij een consumptieve fout heeft begaan door het bier niet met name te noemen. Graag zou ik iets meer over de achtergronden van de consumptieve fout willen weten. En nu wil ik eindelijk ook wel eens weten waar Winnetka ligt. (Toorak schijnt in Australië te liggen, dus daar hoeven we verder geen probleem van te maken.) ■ Ik vraag me wel eens af: stel dat over een paar eeuwen de hierboven geciteerde brief het enige schriftelijke overblijfsel in het Nederlands van thans is. Wat moeten antropologen, historici en taalkundigen dan voor conclusies trekken over de twintigste-eeuwse mens? ■ H. Wessel uit Vlaardingen maakt gewag van een ‘prachtige kop’ in de Consumentengids van maart: Rekken zuivelprodukten dijen steeds verder uit. Wat is hier het werkwoord en wat het zelfstandig naamwoord? Antwoord: rekken is natuurlijk het werkwoord, alleen is de koppenopmaker wel vergeten een vraagteken achter de zin te plaatsen. ■ Of is de vraag zo retorisch dat het vraagteken achterwege kan blijven. Dat werpt een nieuw licht op de gangbare conventies betreffende de interpunctie in het Nederlands. ■ Volkomen vrijblijvend, dat wil zeggen zonder iets aan de kaak te willen stellen of iets te willen propageren, wil ik u met een kleine taalobservatie confronteren. ■ Zoals u weet, kan het woord maar in heel veel betekenissen worden gebruikt en een daarvan is voortdurend, waarbij de gebruiker zich ergert aan of zich verbaast over de hardnekkigheid waarmee iets wordt gedaan Ze houden maar niet op. Die vent kletst maar door. Het wil me maar niet te binnen schieten. De accentuatie is in al deze gevallen ongebruikelijk: Ze hóúden maar niet op, tegenover normaal Ze houden nooit meer òp. Die vent klètst maar door tegenover normaal Die vent kletst de hele dag dóór. Kennelijk brengt maar in deze betekenis een accentverschuiving teweeg die we soms ook tegenkomen bij wat in de betekenis van verbazend veel. ■ Neem bijvoorbeeld: Die auto hééft wat geld gekost. ■ Waarom verveel ik u hiermee? Misschien vanwege deze moraal: ware wijsheid begint, aldus Socrates, bij de verwondering, dus als u iemand veelvuldig het verbazingsaccent hoort gebruiken, dan luistert u naar iemand die de eerste schreden op het pad naar de ware taalwijsheid heeft gezet. ■ Nu ìs het voor vandaag genoeg geweest. |
|