Emoties
Tot zover de kortheidseis voor gewone teksten. Emoties eisen breedsprakigheid. Bekend zijn de varianten van niks: geen barst, geen biet, geen bliksem, geen klap, geen pest, geen snars (wat is een snars?). Als het om geld gaat, wordt niks zelfs volkomen onnodig driewoordig: geen rooie cent.
Ook bij heftige bevestiging is het eenvoudige ja niet meer voldoende: ja zeker, nou en of, wel degelijk, heel beslist. Ook bij emotionele graadaanduiding vervangen we het nuchtere eenlettergrepige erg graag door een langer woord: ontzettend blij, fantastisch knap, ongelooflijk ijverig, ontzaglijk gelukkig, ontiegelijk vervelend (dat laatste is weer een modewoord dat aan het verdwijnen is, net als het woorddeel bere- dat een tijdje je van het was: beregoed, beregezellig, enz.).
Emoties en verstand botsen dus ook in taalgebruik. Geef ze allebei het hunne: de overbodigheid en de herhaling aan de emoties; kortheid met duidelijkheid aan het verstandelijke taalgebruik.