Allemaal beestjes
In een tijd waarin we aardig op weg zijn met onze afvallozingen al het dierenleven in onze kustwateren uit te roeien, is het misschien goed erop te wijzen dat de namen van platen en banken ons iets vertellen over de rijk geschakeerde fauna die daar vroeger geweest is. Namen als Garnalenplaat, Vogelzand, Visseplaat, Zeehondenplaat, Roggenplaat, Kabeljauwsplaat, Robbewal, Walvisstaart, Rotganshorn, Haringvreter, Meeuwenstaart en Elftplaat - elft was een soort reuzenharing - geven een aardige indruk van wat er zoal gezwommen en gevlogen heeft.
De Zalmplaat herinnert ons eraan dat dienstboden in de plaatsen langs de grote rivieren soms nog tot in onze eeuw in hun dienstcontract lieten vastleggen dat zij niet iedere dag zalm te eten wilden krijgen.
Het Nederlandse landschap heeft in de loop der eeuwen enorme veranderingen ondergaan. Dat geldt niet het minst voor de kuststreken. Riviermonden hebben zich verplaatst, duinenrijen zijn ontstaan en later weer doorbroken, land veranderde in wad, en drooggevallen gronden werden ingedijkt. De mens heeft als naamgever voortdurend achter deze veranderingen aan moeten hollen. Vandaar ook dat de namen van zandbanken, ondiepten, gorzen en schorren zo'n breed naamkundig spectrum vertonen.
Soms hebben we met namen te maken die al eeuwen oud moeten zijn, zoals het Bornrif, de Schieringshals, de Kaloot en het Kreupelzand. Oud zijn verder ook de namen waarvan we ons niet eens meer realiseren dat zij ooit bij zandplaten hoorden. Ik denk aan dorpsnamen als Heinkenszand, Meliszand, Oude- en Nieuwe-Tonge, Schore, Vlake, Piershil, Den Bommel, Battenoord, Baalhoek, Ooltgensplaat, Goudswaard en Colijnsplaat. De naamvorming is echter tot in recenter tijd doorgegaan. Dat kunnen we aflezen uit namen als Petroleumbult, Stoom-botengat en Ider- of IJzerbult.
In de afgelopen decennia hebben de Deltawerken in het zuidwesten van ons land belangrijke stroomverande-ringen teweeggebracht. Het is niet onwaarschijnlijk dat daardoor nieuwe ondiepten en zandplaten zullen ontstaan. Ik wacht met ongeduld op de naamkundige gevolgen daarvan.