Rijksdienst
L.W. Haanebrink - Voorburg
Net zoals Van Dale zullen velen het woord rijksdienst associëren met de rijksoverheid of een bepaald onderdeel van die rijksoverheid, te weten een ‘dienst’, zoals de Rijksdienst voor het wegverkeer.
Voor zover ik kan nagaan is het begrip rijksdienst in de betekenis van rijksoverheid voor het eerst in 1953 gebruikt bij de instelling van een onderraad van de Ministerraad, te weten de Raad voor de burgerlijke rijksdienst. In 1965 is de naam van deze onderraad gewijzigd in ‘Raad voor de rijksdienst’, mede omdat deze raad toen ook de militaire personeelsaangelegenheden ging behandelen. Het woord ‘rijksdienst’ was toen slechts bedoeld om de koninkrijks- of landsaangelegenheden af te grenzen van wat als de ‘lagere corporaties’ wordt aangeduid. Maar dan zou ‘rijksdienst’ als synoniem van ‘de rijksoverheid’ ten onrechte in ons taalgebruik zijn ingeslopen.
De vraag aan de lezers is derhalve of zij een eerder gebruik van het woord in de eerste betekenis kennen, waardoor wellicht een ander licht op de woordhistorie kan vallen.