De rol van een wollig voorzetsel
Peter van Beek - Maastricht
In Onze Taal van december 1987, blz. 176, stelt ir. L. Hertog dat een beleidsdocument naar de FAO toe beter vervangen kan worden door een beleidsdocument voor de FAO. In dezelfde aflevering, op blz. 175, geeft drs. J. Beishuizen als zijn mening te kennen dat het adviescollege naar de regering toe beter vervangen kan worden door het adviescollege van/voor de regering. Met het voorstel van ir. Hertog ben ik het eens, met het voorstel van drs. Beishuizen niet. Terwijl tegen een document voor de FAO niets valt in te brengen, lijkt me de aanvaardbaarheid van een adviescollege van de regering twijfelachtig, en vind ik een adviescollege voor de regering niet welgevormd. De eerste gewraakte constructie laat zich gemakkelijk verbeteren. De woorden naar de FAO toe horen zowel formeel (bijvoeglijke bepaling) als inhoudelijk (informatieve aanvulling) bij document. De constructie naar... toe vertroebelt nodeloos het verband tussen document en de FAO, dat helder kan worden uitgedrukt met het traditionele voor.
Bij de tweede gewraakte constructie liggen de zaken anders. De woorden naar de regering toe sluiten formeel aan bij college, maar horen inhoudelijk bij advies. Opvallend is nu dat, hoewel het verband tussen advies en de regering het duidelijkst kan worden uitgedrukt met het traditionele aan, het nauwkeurige het adviescollege aan de regering veel storender is dan het ontwijkende het adviescollege van de regering. De aanvaardbaarheid van de constructie neemt af naarmate de helderheid van het voorzetsel toeneemt, en de aanvaardbaarheid neemt toe als het voorzetsel wolliger wordt. Geen wonder dat samengestelde zelfstandige naamwoorden als adviescollege vaak verbonden worden met een verdoezelend geformuleerde bijvoeglijke bepaling als naar de regering toe of met betrekking tot het regeringsbeleid.
Het is duidelijk dat vervanging van naar... toe niet tot verbetering leidt. Welk voorzetsel ook gekozen wordt, doordat het formeel uitgedrukte verband tussen college en de regering een relatie suggereert die inhoudelijk niet bestaat, blijft de formulering wringen. De beste oplossing lijkt me: niet proberen kool en geit te sparen, maar kiezen tussen de informatie-eenheden advies aan de regering en het adviescollege. Welke keus de beste is, hangt af van de context, een grootheid waarmee vaak te weinig rekening wordt gehouden. Biedt de context echt geen aanknopingspunt, dan zit er niets anders op dan een bijvoeglijke bijzin te construeren: het college dat advies uitbrengt aan de regering.