Onze Taal. Jaargang 56
(1987)– [tijdschrift] Onze Taal– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 180]
| |
PCUdB■ U weet het, ik weet het: tig is voor lasexperts wat anders dan voor de doorsnee taalgebruiker. ■ Een paar maanden geleden heb ik u al uitvoerig uit de doeken gedaan dat ik me een paar maanden daaraan voorafgaande in dezen schromelijk had vergist, onder het motto ‘tig lassers is niet wat het lijkt’. ■ Ik weet het, u weet het, maar weet u ook dat ik het weet? ■ Kennelijk niet, want nog steeds worden mij brochures toegestuurd waarin ik van de ware betekenis van tig op de hoogte word gesteld. Althans de ware betekenis in de laswereld. ■ Dus lezer, als u tot degenen behoort die mij van lastechnisch leesvoer hebben voorzien, denk niet dat ik uit ondankbaarheid het zwijgen ertoe doe, maar gewoon omdat de zaak als afgehandeld beschouwd kan worden. ■ Mr. H.S. Catz schrijft over iksijzettelingen. Dat zijn mensen die last hebben van xyz. ■ Zo zijn breukelingen personen die zich een breuk hebben gelachen, krakelingen slachtoffers van pandroof, borelingen postdentistische zielepieten, en verschoppelingen hebben tijdens een bridge-drive een schoppenbod, door hen verricht, down zien gaan. ■ Ballingen in de tennissport halen de volgende ronde niet (om de een of andere reden vind ik dit minder sterk, maar de beste komt nog, wacht maar tot de haakjes gesloten worden) en Oedipus was de eerste ouderling. ■ Persoonlijk zou ik daaraan willen toevoegen dat de moeder van Oedipus de eerste als zodanig geboekstaafde jongeling was. ■ De stationsrestauraties kondigden in oktober hun vaste maaltijd van die maand aan door zogeheten Franse frietjes in het menu op te nemen. Is dit een vertaling uit het Engels van French fried? Dat is niet te hopen, het is althans niet te hopen dat de vermoeide hongerige reiziger iets voorgeschoteld krijgt wat in het Verenigd Koninkrijk French fried wordt genoemd. ■ Waarom is iets zo vaak een lust voor het oog, iets minder frequent voor het oor, maar wordt nooit ofte nimmer iets een lust voor de neus genoemd? ■ Ik ben er eigenlijk van overtuigd dat dit taalkundig gesproken geen toeval is: reuk en neus worden in bijna alle uitdrukkingen geweerd of hebben een negatieve klank. ■ Zo kun je je ogen op iets gericht houden, of je oren spitsen, maar wie legt ooit zijn neus bij iets te rade? Dit orgaan blijft hoofdzakelijk passief en wordt als het te laat is op de feiten gedrukt - en als het enig initiatief ontplooit, gaat het zijn boekje te buiten en steekt zichzelf in andermans zaken. ■ Deze discriminatie moet natuurlijk met ingang van heden tot het verleden behoren. ■ Met de leuze ‘Meer neus in onze taal’ roep ik u dan ook op om zegswijzen van de volgende aard links en rechts te droppen (al doende of uw neus bloedt): deze deodorant neust best aardig; of: ik weet niet wat u met deze opmerking beneust; of: nee, Franse frietjes zijn me nog nooit eerder ter neuze gekomen. ■ Het Opperlands van Battus noemt één type constructie dat in principe Opperlands zou kunnen zijn, maar waar helaas voorbeelden van ontbreken. Dat is wat ik de rijg-, weef- of ritssluiting-constructie zou noemen: rijg letters uit twee woorden, of woorden uit twee zinnen om en om aaneen, zó dat er weer een nieuw woord of een nieuwe zin ontstaat. ■ Een voorbeeld van dat waar geen voorbeelden van zijn, geef ik u: Maar ik erger Ben dan ook knap vervelend, zou dat het wel niet altijd zijn? ■ Samengesteld, zoals u ziet, uit ‘Maar erger dan knap zou het niet zijn’, en ‘ik ben ook vervelend, dat wel altijd’. ■ Geen mooi voorbeeld, toegegeven, maar in elk geval een voorbeeld. En u voelt natuurlijk al (om niet te zeggen, u ruikt natuurlijk al) waar ik heen wil: bij kerstboom en oliebol kunnen de taalknutselaars aan de slag om er iets aardigs van te maken. We spreken wel een paar spelregels af: minimaal 10, maximaal 50 woorden voor de combinatiezin, stotteren doet niet mee, en in geval van twijfel beslist de jury, en de jury dat ben ik. ■ In die twee gevallen waar het de jury behaagt het oordeel excellent uit te spreken, zal aan de uitvinders een traditionele boekebon worden toegestuurd. Miskende genieën zullen worden beloond met een eervolle vermelding, alle overigen hebben de jaarwisseling om met plezier aan terug te denken. |
|