Onze Taal. Jaargang 54
(1985)– [tijdschrift] Onze Taal– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 168]
| |
PCUdB■ Tu ne me séduis pas quand tu vas vite. ■ In redelijk Nederlands te vertalen met: jij verleidt me niet als je snel rijdt. ■ Wie de Belgische autostraden pleegt te bezoeken of wie in verschillende Nederlandse (en trouwens ook Belgische) dagbladen de discussie hierover gevolgd heeft, weet waarover ik het heb: de Vlaamse vertaling luidt Snel rijen is zo dom als snel vrijen. ■ Waarschuwing waarmee sinds enige tijd een jong meisje op meer dan levensgrote foto de weggebruiker tot matiging van snelheid tracht te bewegen. ■ Aan beide zijden van de rijksgrens zijn er velen die moeite hebben met deze benadering. En terecht. Want wie zijn de mensen die snel vrijen dom vinden? Misschien zijn dat wel dezelfde mensen die toch al niet snel rijen. ■ En op de restgroep mist de boodschap ten enenmale haar uitwerking. ■ Nee, dan heb ik meer waardering voor de Waalse tweelingzuster die via een direct beroep op de bronst van snelrijders laat merken dat hun imponeergedrag verkeerd uitpakt. ■ Door jouw gejakker roep je niets in mij wakker. Of, een letterlijker vertaling waarvoor ik Aline erkentelijk ben: door snel te rijden, kun je mij niet verleiden. ■ Beter nadenken dus voortaan, Vlaamse wegbeborders. ■ Alweer het voorvoegsel be-: onlangs trof ik een pijl langs de kant van de weg met de mededeling: bepijling houdt op. ■ Vandaag ben ik op een aardige dubbelzinnigheid gestuit (of is het gestoten, of gestiet, of gestuiterd: o, die tergende onzekerheid, en o lamlendigheid die mij belet het woordenboek te raadplegen). ■ Als u leest: ze hebben te veel geld om honger te lijden, dan zult u dat ongetwijfeld interpreteren als ze hebben zo veel geld dat ze geen honger kunnen (of hoeven te) lijden. ■ Vanmorgen dus, bij het raadplegen van het ochtendblad (we schrijven 30 oktober jongstleden), stiet ik op de passage in een verder niet relevante context: ze hadden te veel tijd om pulpromans te lezen. Dit stond er echt, verbazendwekkend genoeg. Hadden zij dus zoveel tijd dat ze geen pulpromans meer hoefden te lezen? Hadden ze dus tijd genoeg om ook echte goede boeken te lezen? ■ Nee, natuurlijk, dat is hier niet bedoeld. ■ Ik vraag me alleen af of u wèl de correcte lezing (correct in de zin van: in overeenstemming met de intentie van de auteur) meteen doorhad, en zo nee, hoe lang het duurde voor u begreep hoe de zin wèl gelezen dient te worden. ■ Een antwoord op mijn vraag naar de herkomst van de neiges d'antan. ■ Volgens de Dictionnaire Etymologique van Albert Dauzat, zo schrijft mevrouw Kohlmeyer-Blokland, is het woord antan slechts een literair fossiel naar ‘les neiges d'antan’ van Villon. ■ Naar aanleiding van burosaurussen en dergelijke - u weet wel, het type fossiel dat we in september met enige diepgang geanalyseerd hebben - maakt H. Amptmeyer mij attent op het bestaan van een pedalosaurus in de strip ‘Bommel’. ■ Ik aanvaard zijn verwijt aangaande mijn culturele leemten in alle nederigheid. ■ Mijnheer Dikkers uit 's-Gravenhage vraagt zich af of Onze Taal het juiste medium is om politieke voorkeuren uit te dragen, zoals ik in het al eerder genoemde septembernummer schijn te hebben gedaan. ■ Nee, natuurlijk, dat niet. Maar sprekende voorbeelden die een taalverschijnsel illustreren, doen altijd uitspraken over de werkelijkheid. ■ Maar voortaan zal ik, ingaande op de suggestie van H. Amptmeyer, mijn voorbeelden aan Tom Poes en heer Bommel ontlenen. Hoewel, heb ik niet horen beweren dat die lectuur ook al weer politieke uitspraken bevat? Men maakt het mij wel moeilijk, aldus. ■ Overigens, tyrannosaurus blijkt ook alweer al lang te bestaan: het is gewoon een beest dat je in de Winkler Prins kunt opzoeken. Aldus Harry Cohen uit Brussel. ■ Een probleem nu van O.J. Waijer uit Gieten. Hoeden heeft zij op, betoogt hij of zij, sjaals om, jassen en broeken aan. Maar hoe draagt zij haar b.h.? is de vraag. ■ Ik dacht, in alle simpelheid, dat dit kledingstuk het taalkundig lot van broeken en jassen deelt, maar bij nader inzien valt ervoor andere mogelijkheden ook iets te zeggen. Het is maar hoe je het bekijkt, nietwaar? ■ Ik schrijf nog steeds 30 oktober jongstleden. |
|