Taalcuriosa
Vadertje Tijd
Jules Welling - Best
Gelijkschakeling van mannen en vrouwen in het maatschappelijk verkeer, met een in dit verband ietwat onhandig woord ook wel emancipatie genoemd, krijgt eindelijk de aandacht die zij verdient. De dame die daar van regeringswege op moet toezien, heet echter nog steeds staatssecretaris en niet staatssecretaresse. In dat opzicht blijkt de taal niet zo gemakkelijk met de tijd mee te gaan.
Er zijn tal van woorden, die een vrouwvriendelijk equivalent hebben. De taal kent daar een hele reeks suffixen voor zoals -ice (directeur/directrice), -es (danser/danseres) en het eerdergenoemde -esse (bibliothecaris/bibliothecaresse). Maar voor lang niet alle mannelijke zelfstandige naamwoorden heeft de taal een dergelijke handgreep voorhanden. Woorden als lomperd, gluiper(d) en stumper(d) laat de taal niet vervrouwelijken, laat staan een woord als kwajongen. Ik zie althans het kwameisje de kop nog niet opsteken.
Ook zegswijzen als ‘Vadertje Tijd, Klaar is Kees, Jantje Contantje, Broertje Dood, een hele Piet, een vrolijke Frans’ kunnen gemakkelijk vervrouwelijkt worden - bijvoorbeeld ‘Moedertje Tijd, Klaar is Klaar, Antje Contantje, Zusje Dood, een hele Truus’, en ‘een vrolijke Franka’ - maar het gebéúrt niet. Aan de andere kant zullen ‘Moeder Aarde, Tante Betje, nieuwsgierig Aagje, Ka/Kenau’ en ‘Je zuster op een houtvlot’ ook niet snel het veld ruimen, denk ik zo, terwijl ook in die gevallen vermannelijkte equivalenten gemakkelijk te vormen zijn. Het is curieus te constateren, dat de taal kennelijk zo niet werkt.
Mijn eigen naam eindigt op een typisch vrouwelijk suffix, ‘ing’, zoals in ‘verlichting’, ‘belasting’ enzovoorts. Ik heb bij mijn geboorte het mannelijk geslacht meegekregen, maar ik zie mij nog niet tekenen met ‘Wellier’.