De minima, ook taalkundig gepakt
L.J.M. Rutten - parlementsstenograaf, Waddinxveen
Het ambtelijk jargon inde sociaal-economische sector ondervindt de laatste tijd steeds meer kritiek, in het bijzonder de terminologie in verband met de minimuminkomens: minima, echte minima, meerjarige echte minima, eerstejaars minima, maatgezin, bandbreedte. Terecht hebben de kamerleden mevrouw Brouwer (CPN) en mevrouw Groenman (D'66) dit jargon aan de kaak gesteld. Zij hebben gelijk, als zij spreken over vervreemdende, slechts door een enkeling te begrijpen taal, die slecht is voor de democratie.
Mijns inziens is hier sprake van een gemakzuchtige en denigrerende ambtelijke crisistaal, die in steeds korter wordende bewoordingen een steeds groter wordende groep Nederlanders tracht te ‘vangen’. Zie ook de woorden: bijstandsmoeder en voordeurdelers. Dit jargon kan ook een enigszins discriminerend karakter niet worden ontzegd, want zal ooit een volksvertegenwoordiger, als het gaat om de verlaging van de norminkomens van medisch specialisten, spreken over het ‘aanpakken van de langjarige maxima’? Waarom voor de ene groep kort en ondemocratisch jargon en voor de andere een omhaal van statusvriendelijke woorden? De conclusie is duidelijk: de minima worden ook taalkundig gepakt!