[Vervolg Hoe consequent is de taal?]
de persoon in kwestie daarbij verschiet noch rood aanloopt, zou je het even goed kunnen hebben over ‘blozen of blikken’, maar dit klinkt wat ongebruikelijk. Misschien moet dit worden toegeschreven aan de omstandigheid dat we hier te maken hebben met een oeroude zegswijze: ‘blikken’ in de betekenis van ‘verbleken’ kennen we eigenlijk niet eens meer. Maar hoe zit het dan met onze vertrouwde ‘stoffer en blik’? In het Engels heeft men het echter steevast over ‘dustpan and brush’.
Nu zijn we geleidelijk bij alledaagse gebruiksvoorwerpen beland, waarvan de volgorde wel meer een uitgeproken voorkeur geniet. Zo heeft men het over ‘naald en draad’ en ‘spons en zeem’ en niet omgekeerd. Ook over ‘mes en vork’ en ‘lepels en vorken’.
Met de laatstgenoemde gebruiksvoorwerpen kunnen we allerlei spijzen nuttigen die vaak ook in een bepaalde volgorde moeten worden opgesomd. Hiermee doel ik niet op de delicatesse ‘spek en bonen’. Men doet ‘voor spek en bonen’ mee aan een spel, maar men doet zich zelden tegoed aan dit gerecht dat dan in omgekeerde volgorde, namelijk als ‘bruine bonen met spek’ op het menu zal prijken. Toch is het spek het essentiële ingrediënt en het zou eigenlijk voorop moeten staan. Maar waarom heet het dan ‘boerekool met worst’ en ‘hutspot met klapstuk’? Dat wordt een commensaal (een fraai, maar wat in onbruik geraakt woord) nog wel eens voorgezet door de hospita bij wie hij ‘kost en inwoning’ heeft gevonden, maar bij een ‘kamer met ontbijt’ komt de fourage pas op de tweede plaats.
Dit pretentieloze stukje heb ik ‘tussen neus en lippen’ geschreven (wat heel anders klinkt dan ‘tussen lippen en neus’) ter overpeinzing van de geduldige en welwillende lezer, en ik wil niet ‘onder stoelen of banken’ steken dat de kous daarmee nog lang niet af is. De taaltuin is nu eenmaal een fascinerend terrein waarvan ik de verrassende aspecten nooit ‘van haver tot gort’ zal leren kennen.