Hoe consequent is de taal?
H.E. Kater† - Eindhoven
Er zijn vele gezegden en benamingen die twee zelfstandige naamwoorden bevatten waarvan de volgorde om duistere redenen verankerd schijnt te zijn. Soms meent men te kunnen bevroeden waarom aan het ene woord voorrang wordt verleend, maar de vermeende verklaring wordt dan steevast door een ander voorbeeld weerlegd.
Een en ander zal ik hier door een bescheiden aantal uitdrukkingen illustreren. De opsomming maakt geen enkele aanspraak op volledigheid en ik geef de lezer graag in overweging om meer van dergelijke wisselvalligheden op te sporen.
De taal is nu eenmaal irrationeel en zit vol ‘haken en ogen’. Acht men de haken misschien belangrijker dan de ogen en heeft niemand het daarom over ‘ogen en haken’? Dit argument speelt dan wellicht ook een rol bij ‘met armen en benen slaan’; het is hoogst ongebruikelijk de volgorde om te keren, hoewel een forse trap vaak harder zal aankomen dan een oorveeg of -vijg. Dit geldt misschien ook wel voor het zich verzetten ‘met hand en tand’.
Zo kan een schip ‘met man en muis’ vergaan; het belang van de op de tweede plaats genoemde muis is hier beslist ondergeschikt. Dit geldt echter zeker niet bij het gezegde ‘met man en macht’; men heeft het nooit over het zich met ‘macht en man’ verzetten. Dan zou men wel eens ‘brand en moord’ kunnen gaan roepen en het gevaar is niet denkbeeldig dat er dan ‘doodslag en moord’ zou worden gepleegd zodat je ‘zien en horen’ vergaat.
In de uitdrukking ‘kruis of munt’ speelt het argument van prioriteit geen enkele rol. De twee zelfstandige naamwoorden zijn per definitie gelijkwaardig, maar degene die het over ‘munt of kruis’ heeft, zal niet voor vol worden aangezien. In het Engels denkt men er anders over want daar zegt men juist ‘heads (de muntzijde) or tails’.
Men heeft het er nooit over wat iemand met schroom verricht, hij doet het altijd ‘zonder blikken of blozen’. Aangezien