[Vervolg Rijmschap]
H.H. Polzer
‘De Nederlander springt met metrum doorgaans nog rommeliger om dan met rijm’. merkte een vriend van mij ooit op. Hij had gelijk. Als Het Rijmschap uitgeschreven is, kan ‘Onze Taal’ misschien Het Maatschap eens een kans geven.
Iets anders: kreta
De oleander en de bougainville
bloeien nog na. Het eiland wacht de
Oktober talmt. De zon blijft achter-
houdt zich althans in de namiddag
achter de strenge bergrug schuil. Ge-
liggen de geiten bij de bron. Genegen
waarschuwt het herderskind de kudde
de dood van onze huurautomobiel.
Knossos heeft zijn geheimen prijsgege-
Wij dwalen door de sierlijke ruïne
waar Minos koning was. Ik weet -
hoe eenvouds kracht van ons is
In het hotel woedt het mondaine
Waar zijn de wijze koningen gebleven?
Neenee, dit heb ik niet zelf gemaakt om nu eens zoveel mogelijk lelijkheid in een sonnet samen te persen. Ik vond het vers in een oud nummer van Avenue. De dichter (1928-heden) was, naar eigen zeggen, lang ‘in zaken’. Ik kan wat nauwkeuriger zijn: vóór de beschrijver van Kreta ‘in verzen’ ging, was hij werkzaam in het reclamevak. Ik vermeld dit overigens niet als verzachtende omstandigheid.
Volgende maand uitvoeriger over rijm en reclame (hoera! eindelijk!) Hier zijn op voorhand twee weinig smakelijke voorafjes:
en
't Is nieuw, en 't heet Smeltjus!
Hoe komen zulke rijmende slogans tot stand? En hoe komt een maker van dergelijke rijmrommeltjes aan het idee dat hij na gedane zaken ook maar eens een sonnetje moest proberen?