[Vervolg Boekbespreking]
Met behulp van de retorica kan alles verdedigd worden: democratische waarden, maar ook dictatuur. De Griekse samenleving was misschien retorisch van aard, maar de huidige Russische maatschappij is dat ook, zij het op een geheel andere wijze. Het is, historisch gezien, toeval wanneer retorische instituties tot tolerantie leiden. Alles hangt in Guépins model af van de toonaangevende elite; de beginselen die deze elite aanhangt, worden weerspiegeld in de praktijk van de retorica. Het is geen wonder dat Guépin moet constateren dat tolerante periodes zelden langer dan vijftig jaar geduurd hebben.
Het lijkt er dan ook op dat Guépin, ondanks zijn elegante verdediging van de retorische mentaliteit, ook zelf niet helemaal vrij is van het soort ‘wezenlijke en universele waarheden’ dat hij zo betreurt bij Socrates, Plato en Aristoteles. Eergevoel speelt daarbij een belangrijke rol - het ergste bezwaar tegen een argumentatietheorie waarin sluitende regels voor winst en verlies worden gegeven, vindt hij het gezichtsverlies van de verslagen partij. Ook de bezwaren die Guépin tegen guerilla heeft, vallen in deze categorie: de guerillero houdt zich niet aan de regels, aan de erecode! Zijn beschavingsideaal lijkt eerder aan het humanisme dan aan de retorica ontleend te zijn: een goede opleiding (uiteraard geschraagd door kennis van de klassieken), gevoel voor stijl, redelijke en optimistische discussies in een tolerant, democratisch klimaat, en ten slotte een levenskunst waarin ethiek en esthetiek elkaar ontmoeten.
Ondanks de hierboven genoemde inconsistentie is De Beschaving een indrukwekkend boek. Het is, ondanks de soms moeilijke onderwerpen, toegankelijk geschreven; en als het goed is, ontwikkelt de lezer gaandeweg voldoende retorisch vernuft om de streken van de schrijver te kunnen doorzien. Voor de taalliefhebber die wat meer wil weten over het gebruik van taal in bij voorbeeld de politiek en de kunst (de taal der hartstochten), kan dit boek een prikkelend uitgangspunt vormen.