Het gezegde & co.
Een geweer uiteen nemen en het daarna weer in elkaar zetten, is vast erg moeilijk. Vooral als het dan ook weer moet kunnen schieten. Ik heb het nooit gedaan, hoop het ook nooit te hoeven doen, maar heb wel enige ervaring met wekkers. Vóór de oorlog bestonden er bij de landmacht ezelsbruggetjes voor de volgorde der onderdelen bij het uiteennemen der toenmalige wapens. De bekendste zijn Geen meisje of het lacht lief (plus de minder oirbare varianten) en Kan de boer straks zand laten rijden. De eerste was voor het geweer (model 1895), de tweede voor de lichte mitrailleur (Lewis, model 1920). G.m.o.h.l.l. stond dan voor: grendel, magazijn, ontlaadstok, handbeschermer, loop en lade. Omtrent de mitrailleur verkeren mijn zegslieden in onzekerheid. De k stond er voor kolf of kolfbodem, en de z voor zuigerstang, maar verder komen we niet. Wie van de lezers?
•
Meer over pi. In voorgaande afleveringen noemden we reeds Van p wilt u graag onthouden enz., en Wat u door 'n echte ezelsbrug enz. Thans kunnen wij daaraan nog toevoegen: ten eerste zie ook Battus' Opperlandse taal- en letterkunde p. 141 (drie andere bruggen voor pi); ten tweede: Zoo u ziet o lieve studenten pi eischt altijd nog rekentalenten; ten derde: Hoe 'k zoek, 't getal benaderen is immers altijd nog beter.
•
Voor juristen hebben we nog deze, bij het Burgerlijk Wetboek (afdeling onrechtmatige daad); 1401 breekt een been, 1402 doet niet mee, 1403 zellef nie (??), 1404 schade door een dier, 1405 dakpan op het lijf, 1406 op de fles, 1407 staat je naar het leven, 1408 goede naam verkracht. Ter toelichting schrijft het ons adviserend advokatenkantoor: zie de desbetreffende wetsartikelen; 1402 heeft geen zelfstandige betekenis, omdat het daar bepaalde al voortvloeit uit de jurisprudentie op artikel 1401.
•
Het geschiedenisonderwijs leverde Hol heen bij boer Oost, voor de volgorde van de vorstenhuizen in Holland: Hollandse, Henegouwse, Beierse, Bourgondische en Oostenrijkse huis. Mijn briefschrijver voegt er een vraag aan toe die ik graag aan u voorleg. Moesten de kinderen in Gelderland en Brabant die huizen ook leren?
•
Erg eenvoudig is soscastoa: sinus (overstaande/schuine), cosinus (aanliggende/schuine), tangens (overstaande/aanliggende). En in de scheikundeles, als de volgorde der elementen in het periodiek systeem onthouden moest worden: zeg maar Ha! Helibebcnof; Nee, namgalsips, clak. Het stemmen van een gitaar geschiedt hier en daar met Een aardige dame ging bananen eten.
•
Het klinkt misschien raar, maar ik wil graag de aandacht vestigen op de poëtische waarde van vele gevestigde ezelsbruggen. Het ‘lees maar, er staat niet wat er staat’ van de dichter Martinus Nijhoff is hier volop van toepassing. Helibebcnof, meneer Van Dale en de quick brown fox leven in de wonderbare wereld van soscastoa's, de iefiekieliemiet, de barradaz en boer Oost. Flinke burgers, fokschapen, lief lachende meisjes, de alter Philosoph leren ons, vanuit hun droomwereld, de harde werkelijkheid leefbaar te maken. Juist doordat ze niet geschapen zijn omwille van schoonheid, hebben ze, losgezien van hun functie, zo'n stoere dichterlijkheid. Waar nog bij komt de wereld van de associaties. Helibebcnof ruikt naar rotte eieren; meneer Van Dale brengt de geur mee waarmee de vloeren van onze school behandeld werden. Soscastoa, gras, de aap op de bromfiets,..., ik begin te begrijpen waarom zo vele lezers reageren. Ga vooral door.
•
Het verdient vermelding dat het tijdschrift De Koppeling, maandblad van het Gemeente-energiebedrijf Amsterdam in december 1977 en maart 1978, artikelen over ezelsbruggen bevatte. Het energiebedrijf stuurde ze ons toe. We vullen onze verzameling aan met Piet brengt beschuit met thee. Hiermee kun je de volgorde onthouden waarin voorrang verleend moet worden aan Politie, Brandweer, Begrafenis, Militaire colonne en Tram.
Het Amsterdams energiebedrijf stelt ons voor een groot probleem. Men vat daar onder ezelsbruggen ook zaken als de volgende. Hoe bepaal je de juiste maat van sokken voor je kinderen? Laat ze een vuist maken; als nu het voetgedeelte van de sok de vuist precies omvat, is het de juiste maat. Of deze: hoeveel dagen heeft die maand?
Maak opnieuw een vuist, en tel op de knokkels en de dalen daartussenin: 31-28(29)-31-30-31-30-31. Wie netjes z'n duim in de vuist had gedaan, kan nu terug tellen, weer beginnende met een knokkel, dus 31, voor augustus. Of deze: de leeftijd waarop een kind naar school moet, kan bepaald worden door te zien of het met de arm over het hoofd het oor kan pakken. Dat kunnen ze beslist niet vóór het zesde levensjaar. Ik vind eigenlijk dat dit geen ezelsbruggen zijn, en verschil hierin dus van mening met de mensen van het Amsterdams energiebedrijf.
Wat zou dan de definitie moeten zijn van een ezelsbrug? Laten we daar eens over nadenken. Ter stimulering citeer ik hier alvast de definitie die Battus geeft in de Opperlandse taal- en letterkunde, blz. 140: ‘een methode om iets te onthouden door iets groters te onthouden, plus de manier waarop beide informaties aan elkaar gekoppeld zijn’.
J.M. van der Horst