Onze Taal. Jaargang 51
(1982)– [tijdschrift] Onze Taal– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 116]
| |
Antwoort aan Van HeuvenIn 'n reaksie op m'n artikel over Spelling-85 in et september-nummer komt Vincent van Heuven tot de volgende konkluzie: ‘Waneer egter, zoals dikwels et geval zal zijn, verhoogt sgrijfgemak leit tot leesproblemen, moeten spellingshervormers terdege op hun tellen passen. Voorlopig hout ik staande dat aan met name et leesaspekt van Spelling-85 nog heel wat onderzoek verrigt moet worden voordat Spelling-85 ook 'n veilige spelling genoemt mag worden.’
Ik denk dat Van Heuven over et hooft ziet dat leessnelheit in de eerste plaats afhangt van et verlangen van de lezer om van de inhout van 'n bepaalde tekst kennis te nemen. Vaak is me de enorme snelheit opgevallen waarmee ik teksten lees die me bij voorbaat hevig intereseren, zoals bij voorbeelt de nu door mij beantwoorde teksten van Van Heuven en Verhoeven. Nog iets anders is bij zulke teksten opmerkelik: na de eerste lezing ervan weet ik niet of er spelfouten in staan, terwijl ik tog ruim veertig jaar gedwongen ben geweest de deformasie van leraar-nederlants tot spelfoute-teller te ondergaan. Om spelfouten te ‘vinden’ moet ik heel speesjaal gaan zitten en de vreemde krentewegers-rol spelen die de vaderlantse tradisie van 'n leraar-nederlants verlangt.
Nogmaals: Spelling-85 zou moeten mogen. Spelling-55 en Spelling-85 zullen na et toestaan van de laatste gedurende enkele desenniums vredig naast elkaar leven en in de beginjaren van de 21e eew zal de eerste rustig ontslapen. In die periode van ko-eksistensie kan door ‘de’ wetensgap naar hartelust met beide spellingen geëksperimenteert worden. Sgrijf-, lees- en leerbaarheit en wat-al-niet-meer kunnen dan onderzogt worden. Daarbij zou gebruik kunnen worden gemaakt van de ervaring die Van Heuven, Verhoeven en anderen met spellingsonderzoek hebben opgedaan. Zulk onderzoek zou naar mijn mening dan wel landelik gekoördineert moeten plaatsvinden. Van Heuvens voorlopige twijfel aan de ‘veiligheit’ van Spelling-85 deel ik uiteraart niet. Maar... de Fransen hebben et eens zo mooi gezegt: uit de botsing der meningen welt de waarheit op! | |
Antwoort aan VerhoevenIn 'n reaksie op m'n artikel over Spelling-85 in et september-nummer sgrijft Gerard Verhoeven o.a.: ‘Er is heel wat meer met de spelling aan de hant dan Berits denkt.’ Verhoeven vergist zig: ik ben er namelik van overtuigt dat er met de spelling ontzaggelik veel ‘aan de hant’ is. Dat neemt egter niet weg dat spelling maar één funksie heeft: taal opsgrijfbaar en daardoor leesbaar maken. Er blijken nog meer misverstanden uit Verhoevens reaksie. Ik weet bij voorbeelt wel degelik dat 'n speller niet elk woort verklankt voor ie et opsgrijft. Maar ik weet ook dat et spel-onderwijs veel sneller en effektiever kan plaatsvinden naarmate er minder uitzonderingen bestaan op et zogenoemde ‘fonologiese’ prinsipe: elke spraakklank z'n eigen letter of letters. De grotere leerbaarheit wort door Verhoeven erkent. Z'n sgatting dat Spelling-85 zal leiden tot 25% minder spelfouten komt overigens nogal uit de lugt vallen. Als Onze Taal me daartoe de gelegenheit geeft, zal ik me graag ook es aan 'n sgatting wagen. Maar die zal ik dan wel ‘met redenen omkleden’.
Jan Berits sekretaris van de Vereniging voor Wetensgappelike Spelling, Bergen N-H |
|