Een on-woord (3) -ette
Op zeker moment moet de noodzaak ontstaan zijn aan woorden het achtervoegsel -ette toe te voegen, een uit het Frans afkomstig suffix dat, althans in die taal, een verkleiningsvorm aangeeft. Een sprekend voorbeeld is kitchenette, dat niet een zelfstandige keuken aanduidt, maar het als keuken ingerichte achterste deel van een woonkamer - ‘living’ -, bij voorkeur van een doorzonwoning.
Dit voorbeeld evenwel, is van recenter tijdstip. Het eerste gebruik zal het woord launderette geweest zijn, waarin de combinatie laundry (wasserij) en -ette tot een vroege vorm van Frenglish leidde. In het Nederlands ontstond niet lang hierna de wasserette.
Het is, zacht uitgedrukt, betwijfelbaar of hier het verkleinende effect beoogd is. Eerder lijkt het zelf-doen-aspect van toepassing, waarvoor zich betere uitgangen aandienen, b.v. de -o-maatreeks.
Verkleining vindt wel plaats in superette, dat volgens Reinsma's Signalement van nieuwe woorden al in 1971 in Vlaanderen voorkwam, met de betekenis ‘kleine supermarkt’.
Toen de gerenommeerde stomerij Palthe een reeks kleine vestigingen Palthenettes noemde, leek het startsein gegeven om vrijwel alle stoomgoedafhaalcentra zo te laten eindigen: Quickinette, Multinette, Klardinette, (Dry-) Cleanette, Smelnette en het grote kleine agentschap Stomeret zijn bestaande namen. Door niet van -ette maar van -nette gebruik te maken, wordt ook nog de connotatie schoon meegenomen.
Daarnaast ging -ette een eigen leven leiden, los van de verkleinende betekenis. Het gebruik van dit suffix haakte in op een trend. Wie zijn bedrijf of produkt bij de tijd wilde laten klinken, deed er goed aan -ette te hulp te roepen. Zeer eigentijds klinkt de naam van het kinderdagverblijf Peuterette, op zich al een on-woord van het zuiverste gehalte.
Dat de oorspronkelijke functie niet verdwenen was, bleek uit het verschijnen van de hotelsoort hotelette, en in een vakantiefolder trof ik onlangs aan wat wellicht de jongste nieuwvorming met -ette is. Uit de beschrijving van een camper (zo'n woonbus): ‘Er zijn 2 tweepersoonsbedden, overdag een dinette.’ Met behulp van onderstaande illustratie kan geconcludeerd worden, dat met dinette de plak geplastificeerd hardboard bedoeld wordt dan wel de eetruimte (consumptie-corner, eetspace) die ontstaat door het neer- c.q. opklappen daarvan. Zelden werd met meer minder aangeduid. Is bij gebruik van de bedden de dinette opgeheven of blijft zij, al is het maar in onze fantasie, voortbestaan? Of is zij, nadat de maxi-broodplank weer weggevouwen is, teruggebracht tot wat een dinette werkelijk is: niets.
Misschien was onze taal een hoop ellende bespaard, als in plaats van wasserette toch was gekozen voor muntwasserij.
Robert-Henk Zuidinga
free-lance journalist
Amsterdam