Bestuursmededelingen
Op de jaarvergadering van 21 november 1981 zijn als bestuurslid afgetreden de heren ir. Th. Quené, drs. M.J.F. Donkers en mr. H.E. Phaff.
De heer Quené is lid van het bestuur sinds 1967; de laatste twee jaar was hij vice-voorzitter. In verschillende ambtelijke functies (hij was directeur-generaal van Ruimtelijke Ordening en later secretaris-generaal van het Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening en is thans voorzitter van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid) heeft hij zich ingespannen voor het begrijpelijk maken van overheidstaal. Speciaal op het gebied van de Ruimtelijke Ordening heeft hij daaraan bijgedragen.
De heer Phaff heeft ook sinds 1967 deel uitgemaakt van het bestuur. Door zijn werkzaamheden als directeur van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten heeft hij ertoe bijgedragen dat het maandblad Onze Taal ook in gemeentelijke kring bekendheid kreeg.
Het Genootschap Onze Taal dankt beide afgetreden bestuursleden voor het vele werk dat zij in de afgelopen 14 jaar als bestuurslid hebben verricht.
Een speciaal woord van grote erkentelijkheid is gerechtvaardigd voor de afgetreden penningmeester. De heer Donkers heeft ongetwijfeld een record gevestigd door ruim 25 jaar de financiën van ons Genootschap beheerd te hebben. Aan zijn beleid is het te danken dat het abonnement steeds zo goedkoop kon blijven. Dat er desondanks toch vaak nog financiële ruimte was voor extra activiteiten, bewijst hoe goed hij de boekhouding heeft gevoerd. Wij zullen hem node missen.
Het bestuurslid mr. M.Th. Tegelberg is de heer Quené opgevolgd als vice-voorzitter, en dr. D.P. den Os zal als opvolger van de heer Donkers de financiën beheren.
Als nieuwe bestuursleden zijn gekozen de heren Van Haaren en Remarque.
Hein van Haaren (Herpen, 1930) studeerde kunstgeschiedenis in Nijmegen. In 1954 begon hij zijn opgedane kennis in praktijk te brengen te Utrecht in het Aartsbisschoppelijk Museum. Van 1956 tot 1961 was hij werkzaam in het Bisschoppelijk Museum te Haarlem en in ‘de lieve Heer op Solder’ te Amsterdam; daarna van 1961 tot 1965 in het Haags Gemeentemuseum als hoofd van de Educatieve Dienst. Vervolgens werd hij Esthetisch Adviseur van de PTT en sinds 1976 is hij lid van de directie van de Staatsdrukkerij/Uitgeverij (voor uitgeverij en vormgeving). Per 1 februari 1982 gaat hij - ijs en weder dienende - leiding geven aan de Rotterdamse Academie voor Beeldende kunsten. De heer Van Haaren is in het bijzonder geïnteresseerd in de relatie tussen woord en beeld, en in de (on)mogelijkheden van beeldend taalgebruik.
Dr. J.F. Remarque (1926) studeerde scheikunde in Amsterdam en promoveerde in Utrecht in 1958 op een biochemisch onderwerp. Na enige jaren als leraar werkzaam te zijn geweest, trad hij in dienst van de wetenschappelijke uitgeverij van Elsevier. In dit bedrijf bekleedde hij een aantal directionele staf- en lijnfuncties en is thans adjunct-directeur van de Elsevier-NDU-Holding.
Gedurende acht jaar was hij lid van het bestuur van de Koninklijke Nederlandse Uitgeversbond, waarvan drie jaar als voorzitter. Hij vertegenwoordigt de Nederlandse Boekenuitgevers in verschillende organisaties zoals de Nationale Unesco Commissie. Hij laat niet af te ijveren voor een hygiënisch taalgebruik in de wetenschappelijke publikaties en bij de interne communicatie van zijn uitgeverij.
Het bestuur