Limburgse curiositeiten
In bepaalde Limburgse plaatsnamen komt een merkwaardige metathesis voor. Zo werd Flothorp tot Vlodrop en Limbricht heette in de 13de en 14de eeuw Lemborg of ook Lymburch. (De naam van de huidige provincie is ontleend aan het bezuiden zijn tegenwoordige grens gelegen hertogdom). In het dialect evenwel worden nog meer van deze omzettingen gebruikt. Zo vervormt men bv. in Sittard en omgeving de naam van het dorp Schinveld tot Sjilvend en in vrijwel heel Zuid-Limburg spreekt men van Voelender (met klemtoon op de oe) als men het over Voerendaal heeft.
Vooral in het Maastrichts komen soortgelijke vervormingen zeer frequent voor. Het orgel heet er ulleger, mergel wordt melleger (in beide gevallen valt de klemtoon weer op de eerste klinker). Verder maakt de volksmond van definitief denefitief. Op ander gebied, dat van de volksetymologie, brengt ons diezelfde volksmond als hij spreekt van rontonde, als er een rotonde wordt bedoeld.
Merkwaardig is ook het ontstaan van de naam Slavante, een gebied tegen de zuidoostelijke helling van de Sint-Pietersberg. Daar lag, op gebied van de prins-bisschop van Luik, tot aan de Franse tijd een groot kloostercomplex van de Minderbroeders-Observanten. Toen dit op enkele kleine resten na verdwenen was werd de term observanten - andermaal door een soort metathesis - vervormd tot Op Slavante en uiteindelijk tot Slavante tout court. De meer naar het zuidwesten gelegen kunstmatige heuvel op het terrein van de ENCI (Eerste Nederlandse Cement-Industrie) heeft de naam D'n Observant gekregen, zodat daar weer tot de oorsprong van de benaming is teruggekeerd, lzij het al met een bijbetekenis.
J.J.M. Timmers
Maastricht